ECLI:NL:HR:2010:BM4440
Datum: 26-10-2010
Onderwerp: Kwalificatie - uitsluitingsgronden
Rechtsgebiedenregister: Strafrecht
Vindplaats: Avdr.nl
Reikwijdte van witwassen, art. 420bis Sr en schuldwitwassen, art 420quater. Vooropgesteld moet worden dat op zichzelf tekst noch geschiedenis van de totstandkoming van de art. 420bis en 420quater Sr eraan in de weg staat dat iemand die een in die bepalingen omschreven gedraging verricht ten aanzien van een voorwerp dat afkomstig is uit enig door hemzelf begaan misdrijf, wordt veroordeeld wegens - kort gezegd - (schuld)witwassen. Dat geldt, naar uit de tekst van de wet volgt, ook voor het voorhanden hebben van zo’n voorwerp (vgl. HR LJN BA7923). Dit betekent niet dat elke gedraging die in de art. 420bis.1 en 420quater.1 Sr is omschreven onder alle omstandigheden de - in beide bepalingen nader omschreven - kwalificatie witwassen onderscheidenlijk schuldwitwassen rechtvaardigt (vgl. in ander verband HR LJN AU 6712). Zo kan ingeval het gaat om een voorwerp dat afkomstig is uit een door verdachte zelf begaan misdrijf en hem het “voorhanden hebben” daarvan wordt verweten, de vraag rijzen of een dergelijk enkel voorhanden hebben voldoende is om als (schuld) witwassen te worden aangemerkt. Uit de wetsgeschiedenis volgt dat de strafbaarstelling van witwassen strekt ter bescherming van de aantasting van de integriteit van het financieel en economisch verkeer en van de openbare orde, dat witwassen een veelomvattend, maar ook te begrenzen fenomeen is, en dat ook in het geval het witwassen de opbrengsten van eigen misdrijf betreft, van de witwasser in beginsel een handeling wordt gevergd die erop is gericht “om zijn criminele opbrengsten veilig te stellen”. Gelet hierop moet worden aangenomen dat indien vaststaat dat het enkele voorhanden hebben door verdachte van een voorwerp dat afkomstig is uit een door hemzelf begaan misdrijf niet kan hebben bijgedragen aan het verbergen of verhullen van de criminele herkomst van dat voorwerp, die gedraging niet als (schuld)witwassen kan worden gekwalificeerd. ’s Hofs oordeel dat i.c. sprake is van witwassen is onjuist noch onbegrijpelijk.