ECLI:NL:HR:2018:432
Datum: 27-03-2018
Onderwerp: Medeplichtigheid
Overige onderwerpen: Medeplegen
Rechtsgebiedenregister: Strafrecht
Vindplaats: Extern
Medeplegen van poging tot gekwalificeerde diefstal (woninginbraak). Art. 310 en 311 Sr. HR herhaalt relevante overwegingen uit ECLI:NL:HR:2014:3474, ECLI:NL:HR:2015:718, ECLI:NL:HR:2016:1316, m.b.t. afbakening tussen medeplegen en medeplichtigheid. Het Hof heeft bij zijn oordeel dat sprake was “van inwisselbare rollen en een taakverdeling en daarmee van medeplegen van een poging tot inbraak” i.h.b. in aanmerking genomen dat verdachte en zijn medeverdachten gezamenlijk in een auto naar de directe omgeving van de plaats delict zijn gegaan, verdachte op de uitkijk is gaan staan terwijl zijn medeverdachten probeerden in te breken en dat verdachte en zijn medeverdachten daarna gezamenlijk zijn weggereden. Die omstandigheden zijn echter niet z.m. voldoende om te kunnen aannemen dat sprake is geweest van de voor medeplegen vereiste nauwe en bewuste samenwerking. Gelet op de gebezigde b.m. is het oordeel van het Hof dat verdachte kan worden aangemerkt als medepleger van de poging tot inbraak, ontoereikend gemotiveerd. Volgt vernietiging en terugwijzing. Samenhang met 16/01849 (niet gepubl, 80a RO).