ECLI:NL:HR:1998:ZC2790
Datum: 27-11-1998
Onderwerp: Opleveringsverplichting einde huur
Rechtsgebiedenregister: Huurrecht
Vindplaats: Avdr.nl
Huurrecht. Oplevering in erbarmelijke staat van woonruimte waar bij aanvang van de huur geen beschrijving van is opgemaakt en die voor ontruiming niet door verhuurder is geïnspecteerd. Voor schadevergoedingsvordering art. 7A:1600 BW (oud) noodzaak verzuim door ingebrekestelling en inspectie voor einde huurovereenkomst?
De huurder die ingevolge art. 7A:1600 BW aansprakelijk is voor schade aan de gehuurde zaak, tenzij hij bewijst dat deze niet is ontstaan door een hem toerekenbare tekortkoming, is verplicht de zaak bij het einde van de huurovereenkomst in goede staat terug te geven. Deze verplichting, die niet kan worden gesplitst in een verplichting tot teruggave en de eventuele verplichting die zaak in goede staat te brengen, kan naar haar aard slechts worden nagekomen op het tijdstip waarop de huurovereenkomst eindigt. Is deze verplichting niet nagekomen, dan is de huurder in verzuim zonder dat daarvoor een ingebrekestelling is vereist. Het achterwege laten van een inspectie voor de ontruiming, brengt niet mee dat verhuurder geen aanspraak kan maken op schadevergoeding.