ECLI:NL:HR:2005:AT4094
Datum: 27-09-2005
Onderwerp: Bewijsrecht
Overige onderwerpen: Inleiding
Rechtsgebiedenregister: Strafrecht
Vindplaats: Avdr.nl
1. Afkomstig uit enig misdrijf ex art. 420bis en 420quater Sr. Zoals de HR heeft geoordeeld in LJN AP2124 behoeft bij art. 420bis Sr niet uit de bewijsmiddelen te kunnen worden afgeleid dat het desbetreffende voorwerp afkomstig is uit een nauwkeurig aangeduid misdrijf. Uit de bewijsmiddelen behoeft niet te kunnen worden afgeleid door wie, wanneer en waar dit misdrijf concreet is begaan. Er bestaat geen grond om t.a.v. art. 420quater Sr anders te oordelen. Wel is voor een veroordeling t.z.v. art. 420bis en 420quater Sr vereist dat vaststaat dat het voorwerp afkomstig is uit enig misdrijf. Het hof heeft geoordeeld dat aan deze eis is voldaan op de grond dat het niet anders kan zijn dan dat het onderhavige geldbedrag – middellijk of onmiddellijk – afkomstig is uit enig misdrijf ex art. 420quater.1.b Sr. Dat oordeel is onjuist noch onbegrijpelijk. 2. Bij de klacht over verbeurdverklaring heeft verdachte geen belang, nu zij afstand heeft gedaan van het verbeurdverklaarde.