Hoge Raad 12 maart 2024 Hoge Raad 12 maart 2024 Hoge Raad 12 maart 2024 Hoge Raad 5 maart 2024 Hoge Raad 5 maart 2024 Bekijk alles
ECLI:NL:HR:2016:2191 Hoge Raad 27 september 2016

ECLI:NL:HR:2016:2191

Datum: 27-09-2016

Onderwerp: Blunders UOS

Overige onderwerpen: Verweren m.b.t. de strafoplegging

Rechtsgebiedenregister: Strafrecht

Vindplaats: Avdr.nl

1. Openlijke geweldpleging in vereniging gericht tegen deelnemers van vrijgezellenfeest n.a.v. ruzie in café in Nijmegen. Art. 141 Sr. 2. Strafmotivering, art. 359.6 Sv. Ad 1. HR herhaalt relevante overwegingen uit ECLI:NL:HR:2016:1320 m.b.t. nauwe en bewuste samenwerking t.a.v. het openlijk plegen van geweld. Tegen de achtergrond hiervan en gelet op de inhoud van de gebezigde b.m. moet 's Hofs overweging aldus worden verstaan dat het niet anders kan dan dat verdachte zich ervan bewust is geweest dat anderen eveneens deelnamen aan de openlijke geweldpleging en dat verdachte minst genomen voorwaardelijk opzet had op het in vereniging plegen van geweld. Aldus verstaan getuigt die overweging niet van een verkeerde rechtsopvatting. ’s Hofs oordeel is toereikend gemotiveerd.Ad 2. Onder verwijzing naar de wetsgeschiedenis stelt de HR voorop dat uit de strafmotivering expliciet moet blijken dat de rechter onder ogen heeft gezien dat hij een straf of maatregel oplegt die onvoorwaardelijke vrijheidsbeneming met zich brengt door in de strafmotivering tot uitdrukking te brengen dat zo'n sanctie wordt opgelegd en die sanctieoplegging te verbinden met in de strafmotivering opgegeven redenen. Hof heeft in zijn strafmotivering uitdrukkelijk doen blijken dat alleen een (onvoorwaardelijke) gevangenisstraf te dezen passend en geboden is. Aldus heeft het Hof in overeenstemming met art. 359.6 Sv i.h.b. de redenen opgegeven die de opgelegde gevangenisstraf hebben bepaald.CAG: anders t.a.v. middel 2.

Ga naar uitspraak
Spreker(s)

mr. Rob ter Haar

plaatsvervangend rechter Rechtbank Overijssel docent Universiteit Utrecht