Hoge Raad 12 maart 2024 Hoge Raad 12 maart 2024 Hoge Raad 12 maart 2024 Hoge Raad 5 maart 2024 Hoge Raad 5 maart 2024 Bekijk alles
ECLI:NL:HR:2014:194 Hoge Raad 28 januari 2014

ECLI:NL:HR:2014:194

Datum: 28-01-2014

Onderwerp: Bewijsrecht

Overige onderwerpen: Inleiding

Rechtsgebiedenregister: Strafrecht

Vindplaats: Avdr.nl


OM-cassatie en middel verdachte (art. 81.1 RO). Gewoontewitwassen. Afkomstig uit enig misdrijf. (middel OM) Het Hof heeft geoordeeld dat het i.c. vereiste nader onderzoek door het OM naar f&o "die de legale herkomst van de tlgd. geldbedragen en voorwerpen met een voldoende mate van zekerheid zouden kunnen uitsluiten" onvoldoende is gebeurd en als zijn oordeel tot uitdrukking gebracht dat hetgeen door het OM aan materiaal is gepresenteerd ontoereikend is om tekortkomingen in de verklaringen van verdachte op te vatten als een onvoldoende weerlegging van het bewijsvermoeden van witwassen en dat ook overigens het wettig en overtuigend bewijs ontbreekt dat de in de tll. genoemde geldbedragen en goederen (mede) "afkomstig was/waren uit enig misdrijf". Dit oordeel geeft niet blijk van een onjuiste opvatting omtrent het bestanddeel "afkomstig (…) uit enig misdrijf" a.b.i. art. 420bis Sr en is ook niet onbegrijpelijk. V.zv. het middel het standpunt huldigt dat het Hof ten onrechte de eis heeft gesteld dat "het concrete bedrag of de concrete bedragen met voldoende precisie bewezen moeten kunnen worden" en dat niet kan worden volstaan met de bewezenverklaring van "enig geldbedrag", gaat het uit van een onjuiste lezing van het arrest. Anders dan wordt betoogd, heeft het Hof niet geoordeeld dat voor het bewijs van de in de tll. opgenomen bestanddelen "voorwerp afkomstig uit enig misdrijf" en "een geldbedrag" is vereist dat steeds de concrete brondelicten en de precieze omvang van de daaruit voortvloeiende gelden moeten worden bewezen, maar dat het bewijs daarvan i.c. ontbreekt.

Ga naar uitspraak
Spreker(s)