Hoge Raad 12 maart 2024 Gerechtshof Den Haag 12 februari 2024 Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden 12 januari 2024 Hoge Raad 9 januari 2024 Gerechtshof Den Haag 27 december 2023 Bekijk alles
ECLI:NL:HR:2013:BY4238 Hoge Raad 28 mei 2013

ECLI:NL:HR:2013:BY4238

Datum: 28-05-2013

Onderwerp: Materiële niet ontvankelijkheid

Rechtsgebiedenregister: Strafrecht

Vindplaats: Extern

Art. 31.1 Vluchtelingenverdrag. Het oordeel van het Hof dat verdachte, die als vluchteling onmiskenbaar op doorreis was en wordt vervolgd t.z.v. het in het kader van zijn vlucht in het bezit hebben of aangewend hebben van vervalste documenten, de bescherming van art. 31 Vluchtelingenverdrag ontbeert op de grond dat hij bij binnenkomst of bij zijn verblijf gedurende vijf dagen in Nederland zich niet onverwijld bij de autoriteiten heeft gemeld, geeft blijk van een onjuiste opvatting omtrent die verdragsbepaling. Daarop heeft het Hof zijn verwerping van het beroep op niet-ontvankelijkheid van het Openbaar Ministerie in de strafvervolging dan ook niet kunnen baseren.

Ga naar uitspraak