Hoge Raad 12 maart 2024 Hoge Raad 12 maart 2024 Hoge Raad 12 maart 2024 Hoge Raad 5 maart 2024 Hoge Raad 5 maart 2024 Bekijk alles
ECLI:NL:HR:2014:3046 Hoge Raad 28 oktober 2014

ECLI:NL:HR:2014:3046

Datum: 28-10-2014

Onderwerp: Bewijsrecht

Overige onderwerpen: Inleiding

Rechtsgebiedenregister: Strafrecht

Vindplaats: Avdr.nl


Witwassen en hawala-bankieren. ’s Hofs oordeel dat de geldbedragen die verdachte en zijn mededaders i.h.k.v. het bedrijf van betaaldienstverlener zonder vergunning hebben verworven en/of voorhanden hebben gehad en/of hebben overgedragen ‘daarmee’ van misdrijf afkomstig zijn, getuigt van een onjuiste rechtsopvatting. Vermogensbestanddelen kunnen in beginsel slechts worden aangemerkt als ‘afkomstig (…) uit enig misdrijf’ i.d.z.v. art. 420 bis en 420quater Sr indien zij afkomstig zijn van een misdrijf gepleegd voorafgaand aan het verwerven en/of voorhanden hebben en/of het overdragen daarvan, terwijl de bewezenverklaring kennelijk niet ziet op de mogelijke opbrengst of verdiensten van het zonder vergunning i.h.k.v. het bedrijf van betaaldienstverlener handelen m.b.t. gelden.

Ga naar uitspraak
Spreker(s)