Hoge Raad 12 maart 2024 Hoge Raad 12 maart 2024 Hoge Raad 12 maart 2024 Hoge Raad 5 maart 2024 Hoge Raad 5 maart 2024 Bekijk alles
ECLI:NL:HR:2021:1403 Hoge Raad 28 september 2021

ECLI:NL:HR:2021:1403

Datum: 28-09-2021

Onderwerp: Bijzondere voorwaarde

Rechtsgebiedenregister: Strafrecht

Vindplaats: Avdr.nl



Ontucht met 8-jarig en twee 9-jarige meisjes door 66-jarige verdachte in zijn woning, art. 247 Sr. 1. Gedragsvoorwaarde die in nauw verband staat met toezicht op naleving van (andere) bijzondere voorwaarden, art. 14c.2.14 Sr. Bijzondere voorwaarde “dat veroordeelde toestemming zal geven relevante referenten te raadplegen” voldoende precies geformuleerd? 2. Omzetting vervangende hechtenis in gijzeling bij schadevergoedingsmaatregel, art. 36f Sr.
Ad 1. Bijzondere voorwaarde a.b.i. art. 14c.2.14 Sr dient gedrag van veroordeelde te betreffen. Als zodanig kunnen worden aangemerkt voorwaarden die strekken ter bevordering van een goed levensgedrag van veroordeelde of die gedraging betreffen waartoe hij uit oogpunt van maatschappelijke betamelijkheid gehouden moet worden geacht. Zo’n voorwaarde dient voldoende precies het daarin vervatte gedragsvoorschrift te formuleren (vgl. HR:2020:1215). O.g.v. art. 14c.3.b Sr is aan het stellen van bijzondere voorwaarde van rechtswege o.m. voorwaarde verbonden dat veroordeelde medewerking verleent aan reclasseringstoezicht a.b.i. art. 14c.6 Sr. Daarnaast voorziet art. 6:3:14 Sv in voorschriften en bevoegdheden i.v.m. toezicht op naleving van aan een voorwaardelijke veroordeling verbonden voorwaarden. Deze regelingen staan er niet aan in de weg dat (v.zv. dat, gelet op mogelijkheden die zojuist genoemde wettelijke bepalingen al bieden, aangewezen is) bijzondere voorwaarde a.b.i. art. 14c.2.14 Sr wordt gesteld die gedraging van veroordeelde betreft en die ertoe strekt toezicht op andere door rechter o.g.v. art. 14c.2 Sr gestelde bijzondere voorwaarde(n) mogelijk te maken of te bevorderen. Ook hierbij geldt dat het moet gaan om een voldoende precies geformuleerd gedragsvoorschrift. Dat gedragsvoorschrift mag niet verder strekken dan voor toezicht op naleving van andere bijzondere voorwaarde(n) noodzakelijk is. Door hof gestelde bijzondere voorwaarde “dat veroordeelde toestemming zal geven relevante referenten te raadplegen” voldoet niet aan hiervoor genoemde eisen en is daarom in strijd met art. 14c.2.14 Sr. Hof heeft immers in het midden gelaten hoe die voorwaarde zich precies verhoudt tot overige door hof gestelde bijzondere voorwaarden en de al beschikbare mogelijkheden om toezicht op naleving van die voorwaarden te houden. Bovendien heeft hof door uitsluitend te bepalen dat verdachte toestemming moet geven voor raadplegen van “relevante referenten” o.m. niet duidelijk gemaakt wie als zodanige referenten kunnen worden aangemerkt en met welk doel deze referenten (mogen) worden benaderd. HR zal zelf zaak afdoen en bijzondere voorwaarde vernietigen.
Ad 2. HR bepaalt dat met toepassing van art. 6:4:20 Sv telkens gijzeling van gelijke duur kan worden toegepast.

Ga naar uitspraak
Spreker(s)

mr. Rob ter Haar

plaatsvervangend rechter Rechtbank Overijssel docent Universiteit Utrecht