Hoge Raad 12 maart 2024 Hoge Raad 12 maart 2024 Hoge Raad 12 maart 2024 Hoge Raad 5 maart 2024 Hoge Raad 5 maart 2024 Bekijk alles
ECLI:NL:HR:2019:132 Hoge Raad 29 januari 2019

ECLI:NL:HR:2019:132

Datum: 29-01-2019

Onderwerp: Uitblijven aannemelijke verklaring

Rechtsgebiedenregister: Strafrecht

Vindplaats: Avdr.nl

Opzetheling aanhanger, art. 416.1.a Sr. Wist verdachte “ten tijde van” voorhanden krijgen van aanhanger dat het een door misdrijf verkregen goed betrof? Hof heeft bewezen geacht dat verdachte ten tijde van voorhanden krijgen van aanhanger wist dat het een door misdrijf verkregen goed betrof. Hof heeft blijkens bewijsvoering bij dit oordeel o.m. betrokken dat (i) verdachte op deze onder hem inbeslaggenomen aanhanger kenteken heeft gemonteerd van aanhanger die hij de dag ervóór had gehuurd om de ware identiteit van eerstgenoemde aanhanger, waarvan bovendien ook identificatieplaatje was verwijderd, te verhullen en (ii) verdachte geen aannemelijke verklaring heeft gegeven voor voorhanden hebben van die aanhanger, noch voor het daarop aangebrachte valse kenteken. Aldus heeft Hof uit bewijsvoering kunnen afleiden dat verdachte ook "ten tijde van" voorhanden krijgen van aanhanger wist dat deze aanhanger afkomstig was uit enig misdrijf (vgl. ECLI:NL:HR:2019:97). Volgt verwerping. CAG: anders.

Ga naar uitspraak
Spreker(s)

mr. Willemijn Albers

senior juridisch medewerker Gerechtshof Amsterdam