Hoge Raad 12 maart 2024 Gerechtshof Den Haag 12 februari 2024 Rechtbank Den Haag 15 december 2023 Hoge Raad 14 november 2023 Hoge Raad 14 november 2023 Bekijk alles
ECLI:NL:HR:2021:1025 Hoge Raad 29 juni 2021

ECLI:NL:HR:2021:1025

Datum: 29-06-2021

Onderwerp: Bewijsperikelen

Rechtsgebiedenregister: Strafrecht

Vindplaats: Avdr.nl



Bemoeilijken ambtsverrichting door in 2015 in Almere n.a.v. ruzie in supermarkt filmend met zijn mobiele telefoon in directe nabijheid van politie te gaan staan t.t.v. aanhouding van zijn broers en zich na meerdere bevelen om afstand te houden niet te verwijderen (art. 185 Sr) en belediging politieagent (art. 266.1 jo. 267.2 Sr). 1. Eigen waarneming van rechter betrokken bij beraadslaging a.b.i. art. 350 Sv. Kon hof in zijn nadere bewijsoverwegingen refereren aan eigen waarneming van camerabeelden voorafgaand aan tz. in h.b., terwijl raadsvrouw heeft verzocht camerabeelden ttz. in h.b. te vertonen en heeft aangevoerd dat camerabeelden niet stroken met hetgeen m.b.t. beelden is gerelateerd in voor bewijs gebruikt p-v van bevindingen? 2. Heeft verdachte opschudding veroorzaakt a.b.i. art. 185 Sr door met zijn mobiele telefoon aanhouding te filmen?
Ad 1. HR herhaalt relevante overwegingen uit HR:2019:1414 t.a.v. ratio van art. 340 Sv en gebruik voor bewijs van eigen waarneming door rechter van opname van beeld en/of geluid. Opvatting dat rechter bij zijn beoordeling van zaak in geen geval acht mag slaan op zijn eigen waarneming, gedaan buiten verband van tz., als niet is voldaan aan voorwaarden die zijn gesteld in dat arrest, is onjuist. Overwegingen in die uitspraak zien alleen op gevallen waarin deze eigen waarneming wordt gebruikt als b.m. Hof heeft de in deze uitspraak opgenomen vooropstelling niet miskend, nu hof zijn eigen waarneming van camerabeelden niet voor bewijs heeft gebruikt. Daaraan doet niet af dat hof bij beoordeling van betrouwbaarheid van het voor bewijs gebruikte p-v van bevindingen zijn eigen waarneming van camerabeelden in zijn overwegingen heeft betrokken, mede in aanmerking genomen dat verdediging over camerabeelden beschikte en dat inhoud daarvan ttz. in h.b. is besproken.
Ad 2. Opvatting dat alleen sprake kan zijn van ’opschudding veroorzaken’ a.b.i. art. 185 Sr indien openbare orde wordt verstoord, vindt mede gelet op wetsgeschiedenis geen steun in het recht. ’s Hofs op zijn vaststelling in zijn bewijsvoering gebaseerde oordeel dat verdachte ‘opschudding heeft veroorzaakt’, getuigt niet van onjuiste rechtsopvatting en is niet onbegrijpelijk.
CAG: anders m.b.t. eigen waarneming van rechter.

Ga naar uitspraak
Spreker(s)

mr. Rob Baumgardt

advocaat Baumgardt Strafcassatie Advocatuur