Hoge Raad 12 maart 2024 Rechtbank Oost-Brabant 20 februari 2024 Rechtbank Midden-Nederland 13 februari 2024 Hoge Raad 13 februari 2024 Gerechtshof Den Haag 12 februari 2024 Bekijk alles
ECLI:NL:HR:2018:793 Hoge Raad 29 mei 2018

ECLI:NL:HR:2018:793

Datum: 29-05-2018

Onderwerp: Bewijsrecht

Overige onderwerpen: Inleiding

Rechtsgebiedenregister: Strafrecht

Vindplaats: Avdr.nl


Gewoontewitwassen, art. 420ter jo. 420bis Sr. In woning waar verdachte en zijn partner in Curaçao verbleven en bij verdachtes aanhouding inbeslaggenomen horloges, die met geleend geld zouden zijn gekocht, afkomstig uit enig misdrijf? Hof heeft t.a.v. de vraag of m.b.t. drie horloges sprake is van witwassen, geoordeeld dat niet relevant is of die horloges zijn gekocht met geleend geld reeds omdat de terugbetaling van die gestelde lening "alleen maar (kan) plaatsvinden uit crimineel vermogen of inkomen", zodat deze horloges "dan feitelijk (worden) betaald met geld van misdrijf afkomstig, waarmee aan het vereiste van witwassen is voldaan". Aldus heeft Hof kennelijk geoordeeld dat, ook indien horloges zijn gekocht met geleend geld dat niet afkomstig is uit enig misdrijf, deze horloges t.t.v. de verwerving niettemin (middellijk) afkomstig zijn uit misdrijf a.b.i. art. 420bis Sr. Dat oordeel getuigt van een onjuiste rechtsopvatting. De enkele omstandigheid dat een lening t.z.t. zal worden afgelost met geld dat uit misdrijf afkomstig is, brengt immers niet met zich dat het voorwerp dat is verworven met dat geleende geld, kan worden aangemerkt als een voorwerp dat "uit enig misdrijf afkomstig" is a.b.i. art. 420bis Sr (vgl. ECLI:NL:HR:2014:3046). HR spreekt om redenen van doelmatigheid verdachte alsnog vrij van de in de tll. vermelde horloges. Voor terugwijzing of verwijzing van de zaak voor een nieuwe behandeling bestaat onvoldoende grond, aangezien door deze vrijspraak de aard en de ernst van het bewezenverklaarde in zijn geheel beschouwd niet worden aangetast. CAG: anders. Samenhang met 17/03415 en 17/03416.

Ga naar uitspraak
Spreker(s)