Hoge Raad 12 maart 2024 Rechtbank Oost-Brabant 20 februari 2024 Rechtbank Midden-Nederland 13 februari 2024 Hoge Raad 13 februari 2024 Gerechtshof Den Haag 12 februari 2024 Bekijk alles
ECLI:NL:HR:2016:2718 Hoge Raad 29 november 2016

ECLI:NL:HR:2016:2718

Datum: 29-11-2016

Onderwerp: Sanctionering

Rechtsgebiedenregister: Strafrecht

Vindplaats: Avdr.nl



Profijtontneming en witwassen. W.v.v. vastgesteld o.b.v. geldbedragen die in bewezenverklaarde periode zijn gestort op Marokkaanse bankrekening van betrokkene na veroordeling wegens schuldwitwassen. 1. Bedragen die voorwerp zijn van schuldwitwassen. 2. W.v.v. gegenereerd in periode dat schuldwitwassen niet strafbaar was en voorafgaand aan bewezenverklaarde periode.
Ad 1. ‘s Hofs oordeel berust kennelijk op de opvatting dat de in de bewezenverklaarde periode gestorte bedragen, nu zij voorwerp van het bewezenverklaarde feit “schuldwitwassen” waren, reeds daardoor w.v.v. vormen. Die opvatting is niet juist. Vgl. ECLI:NL:HR:2013:BY5217.
Ad 2. HR: Op de gronden die zijn vermeld in de CAG zijn de middelen terecht voorgesteld. CAG: ’s Hofs oordeel dat betrokkene d.m.v. het bewezenverklaarde schuldwitwassen w.v.v. heeft gegenereerd tot een bedrag van € 299.345,45, dat klaarblijkelijk mede is gebaseerd op stortingen die hebben plaatsgevonden vóór bewezenverklaarde periode, is niet begrijpelijk. Daarbij komt dat tijdens een deel van de in aanmerking genomen periode schuldwitwassen nog geen strafbaar feit was. V.zv. het Hof heeft aangenomen dat het bedrag aan stortingen als w.v.v. d.m.v. of uit baten van sociale zekerheidsfraude valt aan te merken, is dat oordeel evenmin begrijpelijk.

Ga naar uitspraak
Spreker(s)