ECLI:NL:HR:2019:1879
Datum: 03-12-2019
Onderwerp: Vermogensdelicten
Rechtsgebiedenregister: Strafrecht
Vindplaats: Extern
Oplichting Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschappen (sinds 2003: -Wetenschap, hierna: OCW) door directeur van een basisschool (Stichting A), art. 326.1 Sr. Kan het bewezenverklaarde v.zv. inhoudend dat het Ministerie van OCW is bewogen tot afgifte van meerdere geldbedragen, uit b.m. worden afgeleid? HR: oordeel Hof dat Stichting A het Ministerie van OCW door de bewezenverklaarde oplichtingsmiddelen heeft bewogen “tot afgifte” van geldbedragen is niet begrijpelijk, in aanmerking genomen dat uit door het Hof gebruikte b.m. blijkt dat door het Ministerie van OCW te verstrekken geldbedragen reeds aan het begin van het jaar aan de Stichting werden toegekend en maandelijks als voorschot werden uitbetaald, alsmede dat het Hof heeft vastgesteld dat de Stichting, om te voorkomen dat het die voorschotten moest terugbetalen, het Ministerie van OCW in strijd met de waarheid heeft voorgehouden dat sprake was van vier dienstverbanden met de in de bewezenverklaring genoemde personen. Zonder nadere motivering is niet begrijpelijk het oordeel van het Hof dat het aldus ontkomen aan een verplichting tot terugbetaling van die inschuld, kan worden aangemerkt als bewegen “tot afgifte” van geldbedragen. Volgt gedeeltelijke vernietiging en terugwijzing.