Hoge Raad 12 maart 2024 Hoge Raad 12 maart 2024 Hoge Raad 12 maart 2024 Hoge Raad 5 maart 2024 Hoge Raad 5 maart 2024 Bekijk alles
ECLI:NL:HR:2012:BW9976 Hoge Raad 3 juli 2012

ECLI:NL:HR:2012:BW9976

Datum: 03-07-2012

Onderwerp: ECLI:NL:HR:2020:894Geen ruimte voor ‘mazzelterugtred’

Overige onderwerpen: Poging, Vrijwillige terugtred, art. 46b Sr

Rechtsgebiedenregister: Strafrecht

Vindplaats: Extern

Vrijwillige terugtred en deelneming. Of gedragingen van de verdachte de gevolgtrekking wettigen dat het misdrijf niet is voltooid ten gevolge van omstandigheden die van zijn wil afhankelijk zijn, hangt - mede gelet op de aard van het misdrijf - af van de concrete omstandigheden van het geval. Daarbij verdient opmerking dat in geval van een voltooide poging voor het aannemen van vrijwillige terugtred veelal een zodanig optreden van de verdachte is vereist dat dit naar aard en tijdstip geschikt is het intreden van het gevolg te beletten (vgl. HR LJN AZ2169) Dat is bij medeplegen niet anders, terwijl daarbij, gelet op de wetsgeschiedenis, ook voor de medepleger geldt dat de ‘omstandigheden van de wil van de dader afhankelijk’ als bedoeld in art. 46b Sr - behoudens in bijzondere gevallen - alleen in aanmerking komen ten aanzien van hem van wiens wil die omstandigheden daadwerkelijk afhankelijk zijn (vgl. HR LJN BN4351). De verwerping door het Hof van het beroep op vrijwillige terugtred getuigt niet van een onjuiste rechtsopvatting en is toereikend gemotiveerd.

Ga naar uitspraak