Dakloze verdachte trapt en slaat zijn eveneens dakloze vriendin gedurende een periode van 6 maanden. Mishandeling van “zijn levensgezel” a.b.i. art. 304.1 Sr? I.h.l.v. de wetsgeschiedenis en de door het Hof vastgestelde f&o (verdachte en aangeefster hebben 6 maanden lang dag en nacht samen opgetrokken, verdachte had de zorg voor rolstoel gebruikende aangeefster op zich genomen, aangeefster moest zich bij verdachte verantwoorden over haar doen en laten en er was sprake van seksuele omgang tussen verdachte en aangeefster), geeft ’s Hofs oordeel dat tussen verdachte en aangeefster een betrekking bestond die - gelet op haar aard en hechtheid - volstaat om aangeefster te kunnen aanmerken als "levensgezel" niet blijk van een onjuiste uitleg van een onjuiste uitleg van art. 304.1 Sr, terwijl oordeel niet onbegrijpelijk is. Volgt verwerping.
Uitspraken met hetzelfde onderwerp:
-
- Hoge Raad 5 maart 2019 (ECLI:NL:HR:2019:246) Mishandeling
- Hoge Raad 14 september 2018 (ECLI:NL:HR:2018:1669) Mishandeling
-
- Hoge Raad 25 september 2018 (ECLI:NL:HR:2018:1769) Mishandeling
- Hoge Raad 3 juli 2018 (ECLI:NL:HR:2018:1053) Mishandeling
Aanmelden | Hoge Raad 30 januari 2018
Kosten: gratis
Rechtsgebiedenregister: Strafrecht