ECLI:NL:HR:2020:507
Datum: 31-03-2020
Onderwerp: Bewustheid WWM
Rechtsgebiedenregister: Strafrecht
Vindplaats: Avdr.nl
Voorhanden hebben van pistoolmitrailleur, art. 26.1 WWM. Is vereist dat bewustheid “voorhanden hebben” zich uitstrekt tot specifieke categorie (II of III) waarbinnen wapen valt? Voor een veroordeling van het - als pleger - voorhanden hebben van een wapen of munitie is vereist dat verdachte het wapen of de munitie bewust aanwezig had. De in de rechtspraak van de HR in dit verband gebruikte aanduiding van “een meerdere of mindere mate” van bewustheid geeft aan dat verdachte zich bewust was van de (waarschijnlijke) aanwezigheid van het wapen of de munitie, zonder dat die bewustheid zich hoeft uit te strekken tot de specifieke eigenschappen en kenmerken van het wapen of de munitie of tot de exacte locatie van dat wapen of die munitie. (Vgl. ECLI:NL:HR:2020:504.) Het middel berust op de andersluidende opvatting dat de voor het voorhanden hebben van een wapen of munitie vereiste bewustheid zich uitstrekt tot de specifieke eigenschappen en kenmerken van het wapen of de munitie, waaronder ook de indeling van dat wapen in categorie II dan wel categorie III, en kan daarom niet tot cassatie leiden. Volgt verwerping.