Poging tot zware mishandeling door ander met een mes in de rug te steken, nadat verdachte en zijn vrouw door 2 mannen zijn geschopt en geslagen, art. 302 Sr. Noodweerexces. Is geen sprake van hevige gemoedsbeweging omdat verdachte zich bewust was van zijn handelen? ’s Hofs oordeel dat geen sprake is geweest van hevige gemoedsbeweging vanwege enkele omstandigheid dat verdachte zich bewust was van zijn handelen en bewust heeft gestoken om een einde te maken aan ruzie is zonder nadere motivering die ontbreekt, niet begrijpelijk, in aanmerking genomen dat ”bewust handelen” niet z.m. onverenigbaar is met “een hevige gemoedsbeweging” a.b.i. art. 41.2 Sr. Volgt partiële vernietiging en terugwijzing. CAG: anders.
Uitspraken met hetzelfde onderwerp:
-
Noodweer
- Hoge Raad 27 oktober 2020 (ECLI:NL:HR:2020:1685)
- Hoge Raad 6 oktober 2020 (ECLI:NL:HR:2020:1488)
- Hoge Raad 30 juni 2020 (ECLI:NL:HR:2020:1156)
- Hoge Raad 16 juni 2020 (ECLI:NL:HR:2020:1054)
- Hoge Raad 19 mei 2020 (ECLI:NL:HR:2020:904)
- Hoge Raad 14 april 2020 (ECLI:NL:HR:2020:512)
- Hoge Raad 11 februari 2020 (ECLI:NL:HR:2020:235)
- Hoge Raad 4 december 2018 (ECLI:NL:HR:2018:2223)
- Hoge Raad 12 juni 2018 (ECLI:NL:HR:2018:903)
- Hoge Raad 22 maart 2016 (ECLI:NL:HR:2016:456)
- Hoge Raad 10 februari 2004 (ECLI:NL:HR:2004:AN9913)
- Hoge Raad 3 juni 1997 (ECLI:NL:HR:1997:ZD0737)
-
Exces onvoldoende gemotiveerd
- Hoge Raad 4 februari 2020 (ECLI:NL:HR:2020:192)
-
Na einde noodsituatie
- Hoge Raad 6 november 2018 (ECLI:NL:HR:2018:2058)
- Hoge Raad 13 maart 2018 (ECLI:NL:HR:2018:340)
- Hoge Raad 28 februari 2017 (ECLI:NL:HR:2017:319)