ECLI:NL:HR:2014:232
Datum: 04-02-2014
Onderwerp: ECLI:NL:HR:2020:894Geen ruimte voor ‘mazzelterugtred’
Overige onderwerpen: Poging, Terugtred
Rechtsgebiedenregister: Strafrecht
Vindplaats: Extern
Vrijwillige terugtred, art. 46b Sr. Het Hof heeft vastgesteld dat verdachte, ter uitvoering van het door hem voorgenomen misdrijf, zich bijna 4 uren in Alkmaar heeft bevonden en in het bezit van een geladen vuurwapen op het beoogde so. heeft gewacht. Het Hof heeft t.a.v. het beroep op vrijwillige terugtred overwogen dat niet méér aannemelijk is geworden dan dat verdachte na verloop van tijd is weggegaan en geoordeeld dat dit onvoldoende is voor vrijwillige terugtred. In zijn vaststellingen en overwegingen heeft het Hof mede tot uitdrukking gebracht dat het beroep op vrijwillige terugtred dient te worden verworpen omdat de voorgenomen zware mishandeling van so. niet is voltooid t.g.v. de, niet van de wil van verdachte afhankelijke, omstandigheid dat so. niet is verschenen. ’s Hofs verwerping van het beroep op de exceptie van art. 46b Sr geeft niet blijk van een onjuiste rechtsopvatting en is toereikend gemotiveerd.