Parket bij de Hoge Raad 20 mei 2025 Hoge Raad 9 mei 2025 Hoge Raad 9 mei 2025 Hoge Raad 11 april 2025 Hoge Raad 11 april 2025 Bekijk alles
ECLI:NL:HR:2022:114 Hoge Raad 4 februari 2022

ECLI:NL:HR:2022:114

Rechtbank:Hoge Raad

Datum: 04-02-2022

Onderwerp: Onderhandse Akten

Overige onderwerpen: Debat, bewijs en bewijsrisico taakverdeling tussen partijen en rechter, Stelplicht en bewijslast, Tegenbewijs

Rechtsgebiedenregister: Burgerlijk procesrecht

Vindplaats: Avdr.nl


Inhoudsindicatie:

Art. 81 lid 1 RO. Procesrecht; borgtocht. Nadere afspraak met opschortende voorwaarde. Betwisting of bevrijdend verweer? Stelplicht en bewijslastverdeling. Art. 24 Rv; art. 149 Rv; art. 150 Rv.


Uitspraak:

HOGE RAAD DER NEDERLANDEN

CIVIELE KAMER

Nummer 20/02603

Datum 4 februari 2022

ARREST

In de zaak van

[eiser],wonende te [woonplaats],
EISER tot cassatie,
hierna: [eiser],
advocaat: E.J.H. Zandbergen,

tegen

ALFA COMMERCIAL FINANCE B.V.,gevestigd te Alphen aan den Rijn,
VERWEERSTER in cassatie,
hierna: Alfa,
niet verschenen.

1. Procesverloop

Voor het verloop van het geding in feitelijke instanties verwijst de Hoge Raad naar:

de vonnissen in de zaak C/01/320798 / HA ZA 17-313 van de rechtbank Oost-Brabant van 5 juli 2017 en 27 december 2017;

het arrest in de zaak 200.237.795/01 van het gerechtshof 's-Hertogenbosch van 26 mei 2020.

[eiser] heeft tegen het arrest van het hof beroep in cassatie ingesteld.
Tegen Alfa is verstek verleend.
De conclusie van de Advocaat-Generaal G.R.B. van Peursem strekt tot verwerping van het cassatieberoep.
De advocaat van [eiser] heeft schriftelijk op die conclusie gereageerd.

2Beoordeling van het middel
De Hoge Raad heeft de klachten over het arrest van het hof beoordeeld. De uitkomst hiervan is dat deze klachten niet kunnen leiden tot vernietiging van dat arrest. De Hoge Raad hoeft niet te motiveren waarom hij tot dit oordeel is gekomen. Bij de beoordeling van deze klachten is het namelijk niet nodig om antwoord te geven op vragen die van belang zijn voor de eenheid of de ontwikkeling van het recht (zie artikel 81 lid 1 van de Wet op de rechterlijke organisatie).

3Beslissing
De Hoge Raad:

verwerpt het beroep;

veroordeelt [eiser] in de kosten van het geding in cassatie, tot op deze uitspraak aan de zijde van Alfa begroot op nihil.

Dit arrest is gewezen door de vicepresident M.J. Kroeze als voorzitter en de raadsheren C.E. du Perron, C.H. Sieburgh, H.M. Wattendorff en F.R. Salomons, en in het openbaar uitgesproken door de raadsheer H.M. Wattendorff op 4 februari 2022.

Spreker(s)

prof. mr. Daan Asser

emeritus hoogleraar Universiteit Leiden

prof. mr. Gert van Rijssen

raadsheer Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden, bijzonder hoogleraar rechtspraak Radboud Universiteit Nijmegen