Hoge Raad 5 april 2024 Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden 25 maart 2024 Hoge Raad 15 maart 2024 Hoge Raad 15 maart 2024 Gerechtshof Den Haag 12 maart 2024 Bekijk alles
ECLI:NL:HR:2018:831 Hoge Raad 5 juni 2018

ECLI:NL:HR:2018:831

Datum: 05-06-2018

Onderwerp: Meerdaadse samenloop

Rechtsgebiedenregister: Arbeidsrecht, Strafrecht

Vindplaats: Avdr.nl


Samenloop van medeplegen poging doodslag (art. 287 Sr) en openlijke geweldpleging in vereniging (art. 141 Sr) door slachtoffer tegen het hoofd te slaan en terwijl hij op de grond ligt tegen het hoofd te schoppen. Eendaadse of meerdaadse samenloop, art. 55.1 en 57 Sr? Belang bij cassatie? HR vat overwegingen uit ECLI:NL:HR:2017:1111 t/m 1115 over eendaadse samenloop en voortgezette handeling samen en voegt daaraan het volgende toe. I.v.m. de toetsing in cassatie is van belang dat art. 55.1 en 56 Sr weliswaar het in een concreet geval geldende strafmaximum (mede) bepalen, maar dat binnen de grenzen van dat strafmaximum de strafoplegging door uiteenlopende factoren wordt bepaald, waaronder de concrete ernst van het feit en de persoon van verdachte. De feitenrechter is - binnen de grenzen van het strafmaximum - vrij in de keuze van de straf en de waardering van de factoren die hij daartoe van belang acht (vgl. ECLI:NL:HR:2006:AY7805). Dientengevolge brengt de enkele omstandigheid dat de rechter ten onrechte is uitgegaan van meerdaadse i.p.v. eendaadse samenloop dan wel voortgezette handeling, nog niet met zich dat in die concrete zaak van onevenredige bestraffing sprake is. Hof heeft geoordeeld dat sprake is van meerdaadse samenloop. De bewezenverklaarde geweldshandelingen leveren evenwel een zich op dezelfde tijd en plaats afspelend feitencomplex op, terwijl de strekking van art. 141 en 287 Sr weliswaar enigszins uiteenloopt, maar niet dusdanig dat niet zou kunnen worden geoordeeld dat verdachte van die handelingen (in wezen) één verwijt wordt gemaakt. 's Hofs oordeel is derhalve niet z.m. begrijpelijk. Dit leidt niet tot vernietiging omdat de opgelegde gevangenisstraf van twintig maanden ver onder het strafmaximum van tien jaren ligt dat zou gelden als van eendaadse samenloop zou worden uitgegaan terwijl het Hof ook in dat geval bij de waardering van de feiten gewicht mocht toekennen aan de omstandigheid dat het geweld openlijk is gepleegd. Verdachte heeft dus onvoldoende belang bij cassatie. Volgt verwerping. CAG: anders t.a.v. belang bij cassatie.

Ga naar uitspraak
Spreker(s)

mr. Elisa Benhaim

advocaat en partner Legaltree