ECLI:NL:HR:2012:BU3784
Datum: 06-04-2012
Uitspraak naam: ASR/Achmea
Onderwerp: Assurantieportefeuille is geen goed en daarom niet verpandbaar, Pandrecht op vorderingen, Vermenging voor pandrecht
Overige onderwerpen: Aansprakelijkheid en regres, Aansprakelijkheid medebezitters paard, Onverplichte rechtshandeling, liquidatieakkoord, cessie, regresvordering, Regresvordering op hoofdelijk medeschuldenaar verjaard, Verjaring en informele samenlevers, verjaring van een regresvordering, Verjaring van een regresvordering, Voorgeschreven Jurisprudentie ECLI:NL:HR:2014:319 ECLI:NL:HR:1995:ZC1641 (Mulder q.q./CLBN) ECLI:NL:PHR:2015:1975ECLI:NL:HR:2013:BY6108ECLI:NL:HR:2012:BU3784
Rechtsgebiedenregister: Verbintenissenrecht, Financieel recht, Verzekeringsrecht, Insolventierecht, Personen- en familierecht
Vindplaats: Avdr.nl
Verbintenissenrecht. Regresvordering op hoofdelijk medeschuldenaar verjaard? Art. 3:310 lid 1 BW van toepassing op regresvorderingen uit hoofde van art. 6:10 BW. Vijfjarige verjaringstermijn art. 3:310 lid 1 vangt niet eerder aan dan op de dag na die waarop de schadevordering opeisbaar is geworden, ook indien voordien reeds bekend is dat de schade geleden zal worden en wie de aansprakelijke persoon is (vgl. HR 10 oktober 2003, LJN AF9416, NJ 2003/680). Regresvordering uit hoofde van art. 6:10 ontstaat pas indien hoofdelijk medeschuldenaar vordering voldoet voor meer dan het gedeelte dat hem aangaat. Niet uitgesloten dat instellen regresvordering naar maatstaven redelijkheid en billijkheid onaanvaardbaar is, of dat regresnemer zijn recht heeft verwerkt.