ECLI:NL:HR:2021:498
Datum: 06-04-2021
Onderwerp: Tbs en bijz. voorwaarden
Rechtsgebiedenregister: Strafrecht
Vindplaats: Avdr.nl
Ontucht met 15-jarig meisje door 31-jarige verdachte tijdens uitgaansavond, art. 247 Sr. Bijzondere voorwaarde, art. 14.2.14 Sr. Kon hof aanmelding bij zedenconvenant en meewerken aan convenant tussen reclassering en politie, o.m. inhoudende bezoek door wijkagent in zijn huis of omgeving, opleggen als bijzondere voorwaarde? HR herhaalt relevante overwegingen uit ECLI:NL:HR:2020:1215, inhoudende dat bijzondere voorwaarde a.b.i. art. 14c.2.14 Sr gedrag van veroordeelde dient te betreffen en dat zo’n voorwaarde niet geacht kan worden gedrag te omvatten dat in feite overeenkomt met meewerken aan door politie uit te oefenen veelomvattende en ingrijpende dwangmiddelen. Door hof opgelegde bijzondere voorwaarde houdt allereerst in dat “veroordeelde wordt aangemeld bij zedenconvenant”. In zoverre gaat het niet om voorwaarde die gedrag van veroordeelde betreft en is deze voorwaarde niet in overeenstemming met art. 14c.2.14 Sr. V.zv. bijzondere voorwaarde verder inhoudt dat veroordeelde “meewerkt aan convenant tussen reclassering en politie, dat o.m. inhoudt dat hij door wijkagent bezocht kan worden in zijn huis of omgeving”, voldoet deze voorwaarde niet aan hiervoor genoemde maatstaf. Hof heeft immers met enkele verwijzing naar medewerking aan “zedenconvenant tussen reclassering en politie” onvoldoende precies omschreven welk gedragsvoorschrift bijzondere voorwaarde omvat, waarbij ook niet duidelijk is met welk doel en in welke vorm bezoeken van wijkagent waaraan medewerking moet worden verleend, zullen plaatsvinden. Volgt partiële vernietiging (t.a.v. strafoplegging) en terugwijzing.