Hoge Raad 12 maart 2024 Gerechtshof Den Haag 12 februari 2024 Rechtbank Den Haag 15 december 2023 Hoge Raad 14 november 2023 Hoge Raad 14 november 2023 Bekijk alles
ECLI:NL:HR:2021:1077 Hoge Raad 6 juli 2021

ECLI:NL:HR:2021:1077

Datum: 06-07-2021

Onderwerp: Sanctionering

Rechtsgebiedenregister: Strafrecht

Vindplaats: Avdr.nl


Profijtontneming, w.v.v. uit witwassen. Is schatting w.v.v. d.m.v. in strafzaak bewezenverklaard witwassen toereikend gemotiveerd? HR wijdt voorafgaande beschouwingen aan de vraag of en zo ja, op welke wijze na veroordeling wegens witwassen (waaronder gewoontewitwassen en eenvoudig witwassen) ontneming van w.v.v. a.b.i. art. 36e Sr kan plaatsvinden. Hof heeft terecht tot uitgangspunt genomen dat het geldbedrag van € 216.904,28 niet alleen al w.v.v. vormt doordat dit voorwerp was van het bewezenverklaarde witwassen. ’s Hofs oordeel dat betrokkene niettemin d.m.v. het bewezenverklaarde witwassen daadwerkelijk tot een bedrag van € 216.904,28 w.v.v. heeft verkregen, is echter niet z.m. begrijpelijk. Hof heeft dat oordeel in de kern gebaseerd op vaststelling dat betrokkene dat geld niet alleen voorhanden heeft gehad, maar daarmee vervolgens ook betalingen heeft gedaan en het geld dus heeft besteed. Daaruit volgt echter nog niet dat de contante geldbedragen die betrokkene voorhanden heeft gehad, in omvang zijn toegenomen en daarmee voordeel voor betrokkene hebben opgeleverd, terwijl ook anderszins geen omstandigheden zijn genoemd op grond waarvan aannemelijk is dat het bewezenverklaarde witwassen heeft geleid tot voordeel voor betrokkene, laat staan ter hoogte van genoemd bedrag van € 216.904,28. Volgt vernietiging en terugwijzing. Samenhang met HR:2021:683 (strafzaak), HR:2021:686 en HR:2021:682. CAG: anders.

Ga naar uitspraak
Spreker(s)