Hoge Raad 12 maart 2024 Hoge Raad 12 maart 2024 Hoge Raad 12 maart 2024 Hoge Raad 5 maart 2024 Hoge Raad 5 maart 2024 Bekijk alles
ECLI:NL:HR:2021:964 Hoge Raad 6 juli 2021

ECLI:NL:HR:2021:964

Datum: 06-07-2021

Onderwerp: Alleen aanwezigheid bij uitvoering is onvoldoende voor medeplegen

Rechtsgebiedenregister: Strafrecht

Vindplaats: Extern

Medeplegen oplichting door bij koop van tweedehands horloge gebruik te maken van valse betalingsapp, art. 326.1 Sr. Bewijsklacht medeplegen. Onschuldpresumptie, art. 6.2 EVRM. Heeft hof door bij bewezenverklaring van medeplegen oplichting f&o te betrekken van 4 andere oplichtingen waarvoor verdachte in e.a. is vrijgesproken gehandeld in strijd met onschuldpresumptie? HR herhaalt relevante overwegingen uit HR:2020:1526 m.b.t. uitleg onschuldpresumptie door EHRM. Hof heeft bij oordeel dat sprake is van medeplegen van oplichting van A in aanmerking genomen dat verdachte 1 van de 2 mannen was met wie A aan de deur van het huis van diens moeder heeft gesproken. Uit in dat verband gebruikte bewijsmiddelen blijkt echter niet op welke manier verdachte (afgezien van zijn aanwezigheid) aan die bewezenverklaarde oplichting heeft bijgedragen. Ook als in aanmerking wordt genomen hoe oplichting heeft plaatsgevonden in 4 andere (soortgelijke) gevallen die in bewijsvoering aan de orde komen, is ’s hofs oordeel op dit punt niet toereikend gemotiveerd, omdat ook uit de werkwijze in die gevallen (ten aanzien waarvan verdachte is vrijgesproken en waarvan ook niet kan worden aangenomen dat verdachte daarbij toch betrokken was) niet valt af te leiden wat gewicht was van intellectuele of materiële bijdrage van verdachte aan bewezenverklaarde oplichting. Volgt vernietiging en terugwijzing. Samenhang met 20/00336.

Ga naar uitspraak