ECLI:NL:HR:2021:964
Datum: 06-07-2021
Onderwerp: Alleen aanwezigheid bij uitvoering is onvoldoende voor medeplegen
Rechtsgebiedenregister: Strafrecht
Vindplaats: Extern
Medeplegen oplichting door bij koop van tweedehands horloge gebruik te maken van valse betalingsapp, art. 326.1 Sr. Bewijsklacht medeplegen. Onschuldpresumptie, art. 6.2 EVRM. Heeft hof door bij bewezenverklaring van medeplegen oplichting f&o te betrekken van 4 andere oplichtingen waarvoor verdachte in e.a. is vrijgesproken gehandeld in strijd met onschuldpresumptie? HR herhaalt relevante overwegingen uit HR:2020:1526 m.b.t. uitleg onschuldpresumptie door EHRM. Hof heeft bij oordeel dat sprake is van medeplegen van oplichting van A in aanmerking genomen dat verdachte 1 van de 2 mannen was met wie A aan de deur van het huis van diens moeder heeft gesproken. Uit in dat verband gebruikte bewijsmiddelen blijkt echter niet op welke manier verdachte (afgezien van zijn aanwezigheid) aan die bewezenverklaarde oplichting heeft bijgedragen. Ook als in aanmerking wordt genomen hoe oplichting heeft plaatsgevonden in 4 andere (soortgelijke) gevallen die in bewijsvoering aan de orde komen, is ’s hofs oordeel op dit punt niet toereikend gemotiveerd, omdat ook uit de werkwijze in die gevallen (ten aanzien waarvan verdachte is vrijgesproken en waarvan ook niet kan worden aangenomen dat verdachte daarbij toch betrokken was) niet valt af te leiden wat gewicht was van intellectuele of materiële bijdrage van verdachte aan bewezenverklaarde oplichting. Volgt vernietiging en terugwijzing. Samenhang met 20/00336.