Huwelijksvermogensrecht. Geschil tussen voormalige echtelieden bij de afwikkeling van hun huwelijk op grond van huwelijkse voorwaarden houdende algehele uitsluiting over verrekening volgens een periodiek verrekenbeding waaraan tijdens het huwelijk geen uitvoering was gegeven, in het bijzonder over de vraag of het daarin voorkomend begrip “inkomsten uit arbeid” mede omvat de (ondernemings)winsten die zijn behaald in de vennootschappen van de man; uitleg van een verrekenbeding, maatstaf; toepasselijkheid van art. 1:141 lid 4 BW.
Uitspraken met hetzelfde onderwerp:
-
Het inkomensbegrip
- Parket bij de Hoge Raad 20 september 2019 (ECLI:NL:PHR:2019:919)
- Gerechtshof Den Haag 17 april 2018 (ECLI:NL:GHDHA:2018:1467)
- Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden 24 maart 2015 (ECLI:NL:GHARL:2015:2673)
- Gerechtshof Den Haag 11 juni 2014 (ECLI:NL:GHDHA:2014:3624)
- Gerechtshof Amsterdam 1 maart 2011 (ECLI:NL:GHAMS:2011:BP7469)
- Gerechtshof 's-Gravenhage 31 juli 2008 (ECLI:NL:GHSGR:2008:BD9767)
- Gerechtshof Amsterdam 10 mei 2007 (ECLI:NL:GHAMS:2007:BC2451)
- Hoge Raad 4 mei 2007 (ECLI:NL:HR:2007:BA1564)
- Gerechtshof 's-Gravenhage 27 juli 2005 (ECLI:NL:GHSGR:2005:AT9604)
-
Arresten HR verrekenbedingen
- Hoge Raad 3 september 2010 (ECLI:NL:HR:2010:BM6085)
Aanmelden | Hoge Raad 6 oktober 2006
Rechtsgebiedenregister: Personen- en familierecht
Beschikt u al over een AvdR account?
Nieuw bij avdr.nl? Maak een account aan