Voorbereiding diefstal met geweld en/of afpersing in vereniging, art. 46 Sr jo. artt. 312 en 317 Sr. Bewijsklacht. Het kennelijke oordeel van het Hof dat uit de bewijsvoering met voldoende bepaaldheid blijkt welk “crimineel doel” verdachte met het voorhanden hebben van de in de bewezenverklaring genoemde voorwerpen voor ogen had, is niet onbegrijpelijk, nu het Hof naast de omstandigheid dat “het op een koopavond naar een stad rijden met vuurwapens waaronder twee pistoolmitrailleurs, waarvan één doorgeladen, munitie, verhullende kleding, breekijzers/vuisthamers en lege tassen wijst op de intentie van het toepassen van geweld en/of dreigen met geweld en het met gevulde tassen terugkomen van de reis” ook betekenis heeft toegekend aan de omstandigheid dat “er (…) onder meer sprake was van een voorverkenning, een routebeschrijving en een vooraf bepaalde (globale) aankomsttijd”, waarmee het Hof tot uitdrukking heeft gebracht dat verdachte en zijn medeverdachten een plan hadden voorbereid om het naar tijd en plaats, nader bepaalde, in de bewezenverklaring omschreven misdrijf te plegen. Samenhang met 15/01564.
Spreker(s)
Uitspraken met hetzelfde onderwerp:
-
Strafbare voorbereiding
- Hoge Raad 7 juli 2020 (ECLI:NL:HR:2020:1199)
- Hoge Raad 2 april 2019 (ECLI:NL:HR:2019:473)
- Hoge Raad 4 september 2018 (ECLI:NL:HR:2018:1422)
- Hoge Raad 14 maart 2017 (ECLI:NL:HR:2017:416)
- Hoge Raad 8 november 2016 (ECLI:NL:HR:2016:2528)
- Hoge Raad 15 februari 2011 (ECLI:NL:HR:2011:BO9971)
- Hoge Raad 17 november 2009 (ECLI:NL:HR:2009:BJ3565)
- Hoge Raad 10 februari 2009 (ECLI:NL:HR:2009:BG1648)
- Hoge Raad 27 november 2007 (ECLI:NL:HR:2007:BB4115)
- Hoge Raad 20 februari 2007 (ECLI:NL:HR:2007:AZ0213)
Aanmelden | Hoge Raad 6 september 2016
Rechtsgebiedenregister: Strafrecht
Beschikt u al over een AvdR account?
Nieuw bij avdr.com? Maak een account aan