Hoge Raad 12 maart 2024 Hoge Raad 12 maart 2024 Hoge Raad 12 maart 2024 Hoge Raad 5 maart 2024 Hoge Raad 5 maart 2024 Bekijk alles
ECLI:NL:HR:2014:2913 Hoge Raad 7 oktober 2014

ECLI:NL:HR:2014:2913

Datum: 07-10-2014

Onderwerp: Kwalificatie - uitsluitingsgronden

Overige onderwerpen: Witwashandelingen

Rechtsgebiedenregister: Strafrecht

Vindplaats: Avdr.nl


Witwassen. Art. 420bis Sr. I.c. is bewezenverklaard het overdragen en omzetten van geldbedragen die afkomstig zijn uit door verdachte zelf begane misdrijven ten aanzien waarvan het Hof heeft geoordeeld dat zulks witwassen oplevert. Indien het enkele storten op een eigen bankrekening van contante geldbedragen die onmiddellijk uit eigen misdrijf afkomstig zijn kan worden aangemerkt als ‘omzetten’ of ‘overdragen’ i.d.z.v. art. 420bis.1.b Sr moet, wil het handelen kunnen worden aangemerkt als “witwassen”, sprake zijn van een gedraging die een op het daadwerkelijk verbergen of verhullen van de criminele herkomst van die geldbedragen gericht karakter heeft. Uit ’s Hofs motivering kan echter niet worden afgeleid dat t.a.v. de onderhavige stortingen sprake is van gedragingen van verdachte die (kennelijk) ook gericht zijn geweest op het daadwerkelijk verbergen of verhullen v.d. criminele herkomst van de geldbedragen, zodat ’s Hofs oordeel dat het bewezenverklaarde als witwassen kan worden gekwalificeerd, in zoverre ontoereikend is gemotiveerd. Voor vernietiging van de bestreden uitspraak deswege en terugwijzing of verwijzing van de zaak voor een nieuwe behandeling bestaat onvoldoende grond aangezien door zo een partiële vernietiging de aard en de ernst van het bewezenverklaarde in zijn geheel beschouwd niet worden aangetast.

Ga naar uitspraak
Spreker(s)