Hoge Raad 12 maart 2024 Rechtbank Oost-Brabant 20 februari 2024 Rechtbank Midden-Nederland 13 februari 2024 Hoge Raad 13 februari 2024 Gerechtshof Den Haag 12 februari 2024 Bekijk alles
ECLI:NL:HR:2021:1221 Hoge Raad 7 september 2021

ECLI:NL:HR:2021:1221

Datum: 07-09-2021

Onderwerp: ( vwd ) opzet

Overige onderwerpen: (Voorwaardelijk) opzet en voorbedachte raad, Opzet

Rechtsgebiedenregister: Strafrecht

Vindplaats: Avdr.nl



Poging tot doodslag in het verkeer door in nieuwjaarsnacht tijdens vlucht van eerdere aanrijding met zijn bestelauto een ander, die op straat vuurwerk opraapt, aan te rijden en vervolgens door te rijden (art. 45 jo. 287 Sr). Voorwaardelijk opzet. Heeft verdachte opzettelijk gehandeld? HR herhaalt relevante overwegingen uit HR:2003:AE9049 m.b.t. voorwaardelijk opzet op gevolg. Hof heeft gemotiveerd op grond waarvan naar zijn oordeel opzet op de dood bewezen is. Hof heeft daarbij i.h.b. in aanmerking genomen dat verdachte kort voor aanrijding een andere aanrijding heeft veroorzaakt, verdachte (die wist dat hij was gaan rijden terwijl zijn rijbewijs ongeldig was verklaard en (te) veel alcohol had gedronken) kennelijk “koste wat het kost” wilde ontkomen aan aanhouding n.a.v. eerste aanrijding, hij daarbij “grote mate van onverschilligheid heeft getoond t.a.v. zijn rijgedrag en veiligheid van anderen” en hij toen bewust de aanmerkelijke kans heeft aanvaard dat fatale aanrijding zou plaatsvinden. Die oordelen getuigen niet van onjuiste rechtsopvatting en zijn niet onbegrijpelijk, mede in licht van wat hof heeft vastgesteld over (rij)gedrag van verdachte, bewustheid van verdachte omtrent bijzondere situatie ter plaatse gedurende die nieuwjaarsnacht en omstandigheden waaronder verdachte met bestelauto tegen slachtoffer is aangereden en daarna is doorgereden waarbij hij, ondanks waarschuwing van bijrijder dat verdachte iemand had aangereden, over benen van slachtoffer heen is gereden toen zij van de motorkap van bestelbus op rijbaan viel. Daaraan doet niet af dat verdachte naar eigen zeggen in paniek was. Hof heeft geoordeeld dat verdachte met die enkele opmerking onvoldoende inzicht heeft gegeven in wat tijdens zijn gedragingen in hem is omgegaan. Dat hof tegen die achtergrond betekenis heeft toegekend aan uiterlijke verschijningsvorm van gedragingen verdachte geeft niet blijk van onjuiste rechtsopvatting en is niet onbegrijpelijk.
Volgt verwerping.

Ga naar uitspraak
Spreker(s)

mr. Rob ter Haar

plaatsvervangend rechter Rechtbank Overijssel docent Universiteit Utrecht

mr. Ad Machielse

oud advocaat generaal Hoge Raad emeritus hoogleraar Radboud Universiteit Nijmegen