ECLI:NL:HR:2020:1974
Datum: 08-12-2020
Onderwerp: Bewijsverweren
Rechtsgebiedenregister: Strafrecht
Vindplaats: Extern
Economische zaak. Opzettelijke invoer uit China van zakjes met granulaat, inhoudende Cost (beschermde plantensoort), meermalen gepleegd (art. 3.37.1 Wet natuurbescherming). Afwezigheid van alle schuld, beroep op verontschuldigbare rechtsdwaling. HR herhaalt relevante overwegingen uit ECLI:NL:HR:2004:AO1490 m.b.t. vereisten voor het slagen van beroep op avas wegens dwaling t.a.v. wederrechtelijkheid van bewezenverklaarde. ’s Hofs kennelijke oordeel dat beroep op verontschuldigbare rechtsdwaling moet worden verworpen omdat niet aannemelijk is geworden dat verdachte heeft gehandeld in verontschuldigbare onbewustheid t.a.v. ongeoorloofdheid van de hem verweten gedraging, getuigt niet van onjuiste rechtsopvatting en is niet onbegrijpelijk. Daarbij is mede van belang dat het door raadsman van verdachte gevoerde verweer in de kern slechts in algemene zin inhoudt dat wettelijke regeling wat betreft invoer van Cost onvoorzienbaar en onvoldoende duidelijk is en dat hof in aanmerking heeft genomen omstandigheden dat verdachte zich beroepsmatig bezighoudt met invoer van levensmiddelen en reeds eerder door douane was gecontroleerd i.v.m. invoer medicijnen zodat van hem extra oplettendheid mocht worden verwacht. Daaraan doet niet af dat granulaat met Cost, ondanks feit dat China partij is bij CITES-verdrag, in China vrij verkrijgbaar zou zijn. Volgt verwerping. CAG: anders.