ECLI:NL:PHR:2011:BR2045
Datum: 09-12-2011
Onderwerp: Rolverdeling tussen rechter en partijen
Overige onderwerpen: Twee conclusie regel
Rechtsgebiedenregister: Burgerlijk procesrecht
Wetsartikelen: Art. 24 Rv., Art. 25 Rv., Art. 7:377 BW, Art. 7:399 BW, Art. 42a (oud) Ow., Art. 3:40 lid 2 BW, Art. 3:40 BW, Art. 3:51 lid 3 BW, Art. 1 eerste protocol EVRM, Art. 347 lid 1 Rv.
Vindplaats: Extern
Huur perceel grond. Procesrecht. Afstandsbeding inhoudende dat verhuurder bij onteigening geen schadevergoeding jegens huurder is verschuldigd. Gelet op art. 1 Eerste protocol EVRM in samenhang met art. 7:377 en 7:399 BW en art. 42a (oud) Ow., volgt uit art. 3:40 lid 2 BW dat dit beding vernietigbaar is. Omdat hierop toegesneden verweer geheel nieuw was en niet in verlengde lag van reeds door partijen omlijnde rechtsstrijd in appel en zich hier niet een van de uitzonderingen voordoet als genoemd in HR 20 juni 2008, LJN BC4959, NJ 2009/21 en 19 juni 2009, LJN BI8771, NJ 2010/154, heeft het hof, door uitbreiding verweer te aanvaarden, grenzen goede procesorde miskend.