Hoge Raad 12 maart 2024 Rechtbank Oost-Brabant 20 februari 2024 Rechtbank Midden-Nederland 13 februari 2024 Hoge Raad 13 februari 2024 Gerechtshof Den Haag 12 februari 2024 Bekijk alles
ECLI:NL:HR:2021:192 Hoge Raad 9 februari 2021

ECLI:NL:HR:2021:192

Datum: 09-02-2021

Rechtsgebiedenregister: Strafrecht

Vindplaats: LegalFlix

Gewoontewitwassen van grote geldbedragen, art. 420ter Sr. Loopproces-verbaal inhoudende interpretaties en conclusies van verbalisant, na controle hof a.d.h.v. b.m., gebruikt voor bewijs.O.g.v. art. 359.3 Sv moet de beslissing dat tlgd. feit door verdachte is begaan, steunen op inhoud van b.m. die voor die beslissing redengevende f&o bevatten. Deze b.m. moeten in beginsel worden opgenomen in vonnis, dan wel in aanvulling a.b.i. art. 365a.2 Sv. HR herhaalt vervolgens relevante overwegingen uit ECLI:NL:HR:2003:AF7985 m.b.t. motiveringsvereisten voor redengevende f&o in bewijsoverweging.Hof heeft geoordeeld dat verdachte wetenschap had dat in bewezenverklaring genoemde geldbedragen van misdrijf afkomstig waren, gelet op o.m. “de OVC-gesprekken die in de b.m. worden genoemd”. Daarbij heeft hof in aanvulling b.m. de inhoud van relaas van bevindingen van verbalisant A weergegeven m.b.t. aantal specifiek aangeduide afgeluisterde gesprekken, “OVC-gesprekken”, waaraan verdachte heeft deelgenomen. Die weergave bevat samenvatting van die gesprekken en conclusies van verbalisant over wat uit inhoud gesprekken blijkt m.b.t. wetenschap verdachte over handel in verdovende middelen door zijn zoon. Door op deze wijze relaas van bevindingen van verbalisant A in aanvulling b.m. op te nemen heeft hof verklaring gebruikt die voor bewijs ontoelaatbare conclusies inhoudt (vgl. o.m. ECLI:NL:HR:2011:BR2847). Dergelijk gebruik van b.m. hoeft niet onder alle omstandigheden tot cassatie te leiden, bijv. als door hof gemaakte gevolgtrekking overeenkomt met in verklaring getrokken conclusie (vgl. ECLI:NL:HR:2012:BW9189). Ook in dat geval gelden echter voorschriften m.b.t. b.m. waarop deze gevolgtrekking berust. In onderhavige geval heeft hof niet de wettige b.m. – i.h.b. relevante onderdelen van p-v’s waarin afgeluisterde gesprekken zijn weergegeven – opgenomen waaraan het voor die gevolgtrekking redengevende f&o heeft ontleend. Hof heeft evenmin met voldoende nauwkeurigheid naar die f&o verwezen. Enkele vermelding dat hof inhoud van relaas van bevindingen van verbalisanten B en C waarin onderzoeksresultaten – waaronder bevindingen van verbalisant A – zijn weergegeven, heeft gecontroleerd en dat hof zich met daarin verwoorde interpretaties en conclusies kan verenigen, is daarvoor niet voldoende. Oordeel hof is daarom ontoereikend gemotiveerd. Volgt vernietiging en terugwijzing. Samenhang met 19/00707.

Ga naar uitspraak
Spreker(s)