Hoge Raad 12 maart 2024 Hoge Raad 12 maart 2024 Hoge Raad 12 maart 2024 Hoge Raad 5 maart 2024 Hoge Raad 5 maart 2024 Bekijk alles
ECLI:NL:HR:2021:190 Hoge Raad 9 februari 2021

ECLI:NL:HR:2021:190

Datum: 09-02-2021

Onderwerp: Voorwaardelijk opzet

Rechtsgebiedenregister: Strafrecht

Vindplaats: Extern

Bedreiging met zware mishandeling door te spugen in de richting van vier verbalisanten, art. 285 Sr. 1. Konden gedragingen van verdachte bij verbalisanten in redelijkheid vrees doen ontstaan dat zij door besmetting met coronavirus zwaar lichamelijk letsel zouden kunnen oplopen? 2. Bewijsklacht opzet. HR ad 1 en 2: HR herhaalt relevante overwegingen uit ECLI:NL:HR:2005:AT3659 en ECLI:NL:HR:1984:AC8252 m.b.t. vereisten voor veroordeling t.z.v. bedreiging met zware mishandeling. Hof heeft geoordeeld dat bij verbalisanten in redelijkheid vrees kon ontstaan dat zij zwaar lichamelijk letsel zouden kunnen oplopen. Hof heeft daarbij in aanmerking genomen dat coronavirus Nederland t.t.v. bewezenverklaarde al wekenlang in zijn greep had terwijl op dat moment nog veel onzekerheden waren over aard en verspreiding daarvan. Hof heeft verder geoordeeld dat verdachte, gelet op zijn voor het bewijs gebruikte verklaring inhoudende dat hij wist van ernst van coronavirus en mogelijkheid dat dit zich via speeksel door de lucht verspreidt, en dat hij het vaak met zijn moeder over corona heeft gehad, bewust de aanmerkelijke kans heeft aanvaard dat bij verbalisanten in redelijkheid die vrees kon ontstaan. Deze oordelen getuigen niet van onjuiste rechtsopvatting en zijn niet onbegrijpelijk. Volgt verwerping. CAG: anders.

Ga naar uitspraak