ECLI:NL:HR:2019:1144
Datum: 09-07-2019
Onderwerp: Aanhoudingsverzoeken / aanwezigheidsrecht
Rechtsgebiedenregister: Strafrecht
Vindplaats: Extern
Medeplegen diefstal d.m.v. braak (art. 311.1 Sr). Dubbel verstek. Aanhoudingsverzoek niet gemachtigde raadsman, die geen contact meer heeft met verdachte, ttz. op de grond dat hij alsnog machtiging verkrijgt, door Hof afgewezen o.g.v. overweging dat belang voortvarende rechtspleging prevaleert boven belang verdachte bij aanhouding. HR herhaalt relevante overwegingen uit ECLI:NL:HR:2018:1934, inhoudende dat aanhoudingsverzoek kan worden gedaan door verdachte, gemachtigde raadsman of niet gemachtigde raadsman (met het oog op effectuering aanwezigheidsrecht verdachte of t.b.v. alsnog verkrijgen machtiging), dat rechter (als geval dat aan verzoek ten grondslag gelegde omstandigheid niet aannemelijk is zich niet voordoet) belangenafweging dient te maken tussen aanwezigheidsrecht verdachte en belang bij doeltreffende en spoedige berechting en dat rechter i.g.v. afwijzing van verzoek in motivering van zijn beslissing blijk dient te geven van deze belangenafweging, terwijl die motivering in cassatie slechts op haar begrijpelijkheid kan worden getoetst. Hof heeft verzoek tot aanhouding van behandeling van onderzoek ttz. in h.b. afgewezen omdat belang van voortvarende rechtspleging prevaleert boven belang van verdachte bij aanhouding van behandeling van zaak. Dat oordeel is, gelet op wat is vooropgesteld, niet onbegrijpelijk. Dat oordeel is ook toereikend gemotiveerd, in aanmerking genomen dat raadsman in de kern slechts heeft aangevoerd dat hij namens verdachte h.b. heeft ingesteld, dat hij geen contact meer heeft met verdachte en dat verdachte niet heeft gereageerd op uitnodiging voor gesprek. Volgt verwerping.