ECLI:NL:HR:2012:BX6734
Datum: 09-10-2012
Onderwerp: Psychische overmacht
Rechtsgebiedenregister: Strafrecht
Vindplaats: Avdr.nl
Beroep op psychische overmacht. V.zv. het middel klaagt dat 's Hofs motivering niet voldoet aan het in art. 359.2.2e volzin Sv gegeven motiveringsvoorschrift t.a.v. uitdrukkelijk onderbouwde standpunten, miskent het dat het hier een verweer betreft waarop ex art. 358.3 Sv bepaaldelijk moet worden beslist. Voor die beslissing geldt het motiveringsvoorschrift van de 1e volzin van eerstgenoemde bepaling (vgl. HR LJN BB8977, rov. 6.3). Indien een beroep op psychische overmacht is gedaan, zal de rechter o.g.v. dat verweer moeten onderzoeken of de voorwaarden voor aanvaarding van psychische overmacht zijn vervuld. Die houden in dat sprake moet zijn van een van buiten komende drang waaraan de verdachte redelijkerwijze geen weerstand kon en ook niet behoefde te bieden. Het Hof heeft geoordeeld dat verdachte heeft gehandeld onder invloed van een waanstoornis en dat deze stoornis geen van buiten komende drang is. Daarmee heeft het Hof tot uitdrukking gebracht dat geen sprake was van een van buiten komende drang waaraan verdachte redelijkerwijze geen weerstand kon en ook niet behoefde te bieden. Dit oordeel geeft niet blijk van een onjuiste rechtsopvatting en is niet onbegrijpelijk en toereikend gemotiveerd in het licht van het aangevoerde en de door het Hof overgenomen conclusie van de deskundigen.