Bij besluit van de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid van 18 november 2020 is de vreemdeling in vreemdelingenbewaring gesteld. De vreemdeling heeft de Marokkaanse nationaliteit. Hij is in vreemdelingenbewaring gesteld en hij verleent geen medewerking aan zijn uitzetting naar Marokko. De vraag die voorligt in deze uitspraak is of er voor vreemdelingen met de Marokkaanse nationaliteit die voor hun uitzetting afhankelijk zijn van de afgifte van een laissez-passer, nog sprake is van zicht op uitzetting binnen een redelijke termijn naar Marokko. Deze uitspraak heeft ook betekenis voor andere vreemdelingen in bewaring met de Marokkaanse nationaliteit als de staatssecretaris afhankelijk is van de afgifte van een laissez-passer door de Marokkaanse autoriteiten om hen te kunnen uitzetten.
Uitspraken met hetzelfde onderwerp:
-
- Raad van State 17 september 2021 (ECLI:NL:RVS:2021:2092) Zicht op uitzetting
- Rechtbank Den Haag 11 mei 2021 (ECLI:NL:RBDHA:2021:4842) Zicht op uitzetting
- Raad van State 2 april 2021 (ECLI:NL:RVS:2021:695) Zicht op uitzetting
-
- Raad van State 26 juli 2021 (ECLI:NL:RVS:2021:1638) Zicht op uitzetting
- Raad van State 22 april 2021 (ECLI:NL:RVS:2021:873) Zicht op uitzetting
- Raad van State 2 april 2021 (ECLI:NL:RVS:2021:698) Zicht op uitzetting
Aanmelden | Raad van State 2 april 2021
Rechtsgebiedenregister: Vreemdelingenrecht