ECLI:NL:RVS:2022:1664
Datum: 22-06-2022
Onderwerp: Bahaddartoets en artikel 3 EVRM
Overige onderwerpen: Bahaddar, Doorwerking EVRM
Rechtsgebiedenregister: Vreemdelingenrecht, Asiel- en vluchtelingenrecht, Strafrecht
Vindplaats: Avdr.nl
Bij besluit van 25 februari 2020 heeft de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid een aanvraag van de vreemdeling om hem een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd te verlenen, afgewezen. De vreemdeling heeft de Iraakse nationaliteit. Zijn eerdere asielaanvragen heeft de staatssecretaris afgewezen. In deze procedure gaat het om de vierde asielaanvraag van de vreemdeling. Aan die aanvraag heeft hij ten grondslag gelegd dat hij afvallig moslim en atheïst is. De staatssecretaris heeft dat geloofwaardig geacht. De staatssecretaris heeft de aanvraag echter afgewezen, omdat de vreemdeling volgens hem niet aannemelijk heeft gemaakt dat hij bij terugkeer naar Irak moet vrezen voor vervolging wegens zijn afvalligheid en atheïsme. Onder verwijzing naar het algemeen ambtsbericht Irak van de minister van Buitenlandse Zaken van december 2019 heeft de staatssecretaris zich op het standpunt gesteld dat in Irak geen praktijk bekend is van actieve vervolging van afvalligen of ongelovigen.