ECLI:NL:RVS:2021:395
Datum: 24-02-2021
Onderwerp: Naturalisatie ABRvS 24 -02 -2021 (ECLI:NL:RVS:2021:395)
Rechtsgebiedenregister: Vreemdelingenrecht
Vindplaats: Extern
Bij besluit van 3 oktober 2018 heeft de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid het verzoek van [appellante] om haar het Nederlanderschap te verlenen afgewezen. [appellante] heeft de Ghanese nationaliteit en heeft sinds 9 september 2013 een verblijfsdocument met de aantekening 'Familielid van een burger van de Unie', ontleend aan artikel 20 van het VWEU (een Chavez-Vilchez verblijfsrecht). Zij heeft dit verblijfsdocument gekregen, omdat haar zoon de Nederlandse nationaliteit heeft, hij minderjarig was en hij gedwongen zou zijn het grondgebied van de Europese Unie te verlaten als [appellante] geen verblijf in Nederland zou krijgen. De staatssecretaris heeft zich op het standpunt gesteld dat dit verblijfsrecht een tijdelijk karakter heeft. Daarom bestaan bedenkingen tegen haar verblijf in Nederland voor onbepaalde tijd als bedoeld in artikel 8, eerste lid, aanhef en onder b, van de Rijkswet op het Nederlanderschap.