ECLI:NL:RVS:2022:2260
Datum: 03-08-2022
Onderwerp: Handhaving onvenredig
Rechtsgebiedenregister: Bestuursrecht
Vindplaats: Avdr.nl
Bij besluit van 3 april 2019 heeft het college van burgemeester en wethouders van Blaricum het verzoek van [wederpartij] om handhavend op te treden tegen de oprichting van een berging door [persoon] op het perceel [locatie 1] te Blaricum zonder omgevingsvergunning, afgewezen. [wederpartij] woont op het perceel [locatie 2] in Blaricum. [persoon] woont op het perceel [locatie 1] te Blaricum. [persoon] heeft naast zijn woning op dit perceel een stenen berging gebouwd. De berging wordt gebruikt voor de stalling van motorrijwielen. Voor de lange zijde van deze berging liggen vijf openbare parkeerplekken (hierna: de parkeerkoffer). [persoon] heeft de berging gebouwd zonder omgevingsvergunning, omdat volgens hem het bouwen van de berging vergunningvrij is. Volgens [wederpartij] past de berging echter niet in de omgeving en is er sprake van een overtreding omdat voor de bouw van de berging wel een omgevingsvergunning is vereist. [wederpartij] heeft daarom op 10 januari 2019 een verzoek om handhaving ingediend.