ECLI:NL:RVS:2024:2711
Datum: 03-07-2024
Onderwerp: Misbruik recht: aanvraag EU-recht
Rechtsgebiedenregister: Vreemdelingenrecht
Vindplaats: Avdr.nl
Bij besluit van 5 april 2024 heeft de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid de vreemdeling in bewaring gesteld. De vreemdeling heeft de Marokkaanse nationaliteit. Hij is op 17 februari 2024 in bewaring gesteld krachtens artikel 59, eerste lid, aanhef en onder a, van de Vw 2000. Op 7 maart 2024 diende hij een aanvraag om toetsing aan het EU-recht in en een aanvraag om een reguliere verblijfsvergunning. Op 18 maart 2024 heeft de staatssecretaris de maatregel opgeheven en heeft hij een nieuwe maatregel opgelegd krachtens artikel 59, eerste lid, aanhef en onder b, van de Vw 2000. Op 2 april 2024 is de reguliere aanvraag niet in behandeling genomen. Op 5 april 2024 heeft de staatssecretaris de tweede maatregel opgeheven en heeft hij de nu voorliggende maatregel opgelegd krachtens artikel 59, eerste lid, aanhef en onder a, van de Vw 2000. Op 8 april 2024 heeft de staatssecretaris de aanvraag om toetsing aan het EU-recht afgewezen, omdat volgens hem sprake is van misbruik van recht. Deze uitspraak gaat over de vraag of er een wettelijke grondslag was voor de inbewaringstelling op 5 april 2024.