Huurachterstand; contractuele medehuur; toewijzing vordering (in reconventie) die ertoe strekt dat een van de contractuele medehuurders de huurovereenkomst niet voortzet is slechts toewijsbaar als dit naar billijkheid, met inachtneming van de omstandigheden van het geval, geboden is, bijvoorbeeld indien de verhuurder geen redelijk belang bij handhaving van de – vertrekkende of vertrokken – contractuele medehuurder als contractspartij aannemelijk maakt.
Spreker(s)
Uitspraken met hetzelfde onderwerp:
-
Groepswoning
- Rechtbank Amsterdam 20 december 2019 (ECLI:NL:RBAMS:2019:10195)
- Rechtbank Amsterdam 5 februari 2019 (ECLI:NL:RBAMS:2019:844)
- Rechtbank Midden-Nederland 17 oktober 2018 (ECLI:NL:RBMNE:2018:6368)
- Rechtbank Amsterdam 4 september 2018 (ECLI:NL:RBAMS:2018:6398)
- Gerechtshof Amsterdam 30 augustus 2016 (ECLI:NL:GHAMS:2016:3579)
Aanmelden | Rechtbank Amsterdam 1 maart 2018
Rechtsgebiedenregister: Huurrecht
Beschikt u al over een AvdR account?
Nieuw bij avdr.com? Maak een account aan