ECLI:NL:RBAMS:2020:4572

Datum: 15-09-2020

Onderwerp: Tijdelijke Betalingsuitstelwet

Rechtsgebiedenregister: Financieel recht, Insolventierecht

Vindplaats: Extern

De reden voor het nog niet volledig voldoen van de openstaande vorderingen ligt in de terugval in inkomsten vanwege de coronamaatregelen en de daarmee gepaard gaande beperkingen voor het verrichten van werkzaamheden door gerekestreerde. Onder deze omstandigheden, die niet aan gerekestreerde kunnen worden toegerekend, mag van verzoeksters verwacht worden dat zij een betalingsregeling zullen treffen, dan wel zullen instemmen met een voorstel dat passend is bij de huidige economische situatie. Gerekestreerde heeft niet alleen een – naar het oordeel van de rechtbank reële – betalingsregeling voorgesteld, maar met de nakoming bovendien reeds een betekenisvolle aanvang gemaakt. In dit licht kan niet worden gesproken van de toestand van te hebben opgehouden te betalen. Ten overvloede merkt de rechtbank nog op dat geen sprake is van een steunvordering van betekenis, althans, dat daarover niets is aangevoerd. Weliswaar is sprake van een tweetal verzoekers, zodat formeel gesproken kan worden van pluraliteit van schuldeisers, de vordering van de tweede verzoeker beloopt blijkens het verzoekschrift een bedrag van slechts € 379,73. De rechtbank is van oordeel dat dit bedrag onder de omstandigheden te gering is om te voldoen aan de vereisten die redelijkerwijs aan een steunvordering moeten worden gesteld.

Ga naar uitspraak