ECLI:NL:RBARN:2011:BR0022
Datum: 22-06-2011
Rechtsgebiedenregister: Verbintenissenrecht
Vindplaats: LegalFlix
Concurrentieverbod dat een ondernemer heeft aanvaard in het kader van de verkoop van haar onderneming aan een andere ondernemer.De rechtbank overweegt dat een non-concurrentebeding een verboden mededingingsbeperking kan zijn in de zin van artikel 6 Mededingingswet (Mw).Hetgeen eiseressen aanvoeren is onvoldoende om te kunnen leiden tot het rechtsgevolg dat het non-concurrentiebeding nietig of vernietigbaar is omdat het geldt voor onbepaalde tijd.Vervolgens komt aan de orde de stelling van eiseressen dat het naar maatstaven van redelijkheid en billijkheid onaanvaardbaar is dat gedaagde eiseressen (nog steeds) wil houden aan het non-concurrentiebeding. Eiseressen beroepen zich op de derogerende werking van artikel 6:248 lid 2 BW.De slotsoom is dat gedaagde naar de huidige stand van zaken eiseressen onverkort kan houden aan het non-concurrentiebeding en dat de primair gevorderde verklaring voor recht moet worden afgewezen.Met hun subsidiaire vordering beogen eiseressen de omvang van het concurrentieverbod af te bakenen in die zin dat het eiseressen zou moeten worden toegestaan om middels Blik van Buiten advieswerk te verrichten