Centrale Raad van Beroep 10 januari 2024 Arrest van het Hof (Grote kamer) van 21 december 2023. Raad van State 29 november 2023 Raad van State 29 november 2023 Raad van State 15 november 2023 Bekijk alles
ECLI:NL:RBDHA:2021:4842 Rechtbank Den Haag 11 mei 2021

ECLI:NL:RBDHA:2021:4842

Datum: 11-05-2021

Onderwerp: Zicht op uitzetting

Rechtsgebiedenregister: Vreemdelingenrecht

Vindplaats: Avdr.nl

Bewaring – Afghanistan -zicht op uitzetting binnen een redelijke termijn ontbreekt - opheffing maatregel. De geplande uitzetting naar Afghanistan is geannuleerd omdat de protocollen en werkwijze van de Kmar moeten worden aangepast in verband met het terugtrekken van de NAVO uit Afghanistan. De rechtbank overweegt dat het terugtrekken van de internationale troepen is begonnen op 1 mei 2021 en naar verwachting op 11 september 2021 zal worden afgerond. De Kmar levert extra capaciteit omdat door dit terugtrekken negatieve gevolgen voor de reeds zeer fragiele veiligheidssituatie worden verwacht. Hieruit leidt de rechtbank af dat het thans zeer ongewis is hoe de veiligheidssituatie zich zal ontwikkelen en of de Afghaanse autoriteiten onder deze omstandigheden medewerking aan gedwongen terugkeer kunnen en zullen verlenen. Uit de toelichting van verweerder wordt niet duidelijk of de Kmar een nieuwe werkwijze moet gaan aannemen omdat de terugkeer eerst werd georganiseerd met behulp van de terugtrekkende troepen of omdat de beschikbare Kmar-capaciteit wordt ingezet op andere taken dan het mogelijk maken van de feitelijke uitzetting en de feitelijke aankomst in Kabul. Verweerder zal gelet op deze specifieke en actuele situatie in Afghanistan eerst concreet moeten aangeven welke handelingen nodig zijn om uitzettingen in het algemeen te realiseren en in hoeverre verweerder dat in zijn macht heeft om zelf te bewerkstelligen of hierbij afhankelijk is van de Afghaanse autoriteiten. Verweerder zal hierbij uitdrukkelijk moeten betrekken in hoeverre het terugtrekken van de troepen veiligheidsrisico’s met zich brengt en in hoeverre dit betekent of de Kmar het aanpassen van protocollen om uitzettingen te kunnen realiseren voortvarend ter hand zal nemen. Eerst indien gedwongen terugkeer in beginsel (weer) mogelijk is, kan worden beoordeeld of de daadwerkelijke feitelijke uitzetting ook binnen een redelijke termijn kan plaatsvinden. Dat sprake is van een tijdelijk beletsel volgt de rechtbank niet. Zoals hiervoor overwogen zijn er nu geen aanknopingspunten om aan te nemen dat eiser over een maand zal kunnen worden uitgezet. Het terugtrekken van de internationale troepen is bovendien vooralsnog blijvend van aard en zal (tenminste) vijf maanden in beslag nemen. Er is op dit moment geen aanleiding om te vooronderstellen dat zodra dit is gerealiseerd de veiligheidssituatie aanstonds stabiliseert op een zodanig niveau dat uitzettingen steeds binnen aanvaarbare termijnen zullen kunnen plaatsvinden. De rechtbank komt dan ook tot de conclusie dat op dit moment zicht op uitzetting naar Afghanistan binnen een redelijke termijn ontbreekt.

Ga naar uitspraak
Spreker(s)

mr. Eric Druijf

senior rechter Rechtbank Midden-Nederland raadsheer-plaatsvervanger Hof Amsterdam