Rechtbank Den Haag 10 januari 2025 Arrest van het Hof (Derde kamer) van 9 januari 2025. Hoge Raad 20 december 2024 Rechtbank Oost-Brabant 10 december 2024 Rechtbank Rotterdam 4 december 2024 Bekijk alles
ECLI:NL:RBDHA:2021:2717 Rechtbank Den Haag 26 februari 2021

ECLI:NL:RBDHA:2021:2717

Datum: 26-02-2021

Onderwerp: Processueel ondeelbare rechtsverhouding

Rechtsgebiedenregister: Aanbestedingsrecht

Vindplaats: Avdr.nl



Kort geding. Aanbesteding. Eiseres heeft niet alle bij de aanbesteding betrokken aanbestedende diensten gedagvaard. Dit leidt niet tot niet-ontvankelijkheid. Gedaagde heeft zelf onduidelijkheid gecreëerd in de aanbestedingsstukken we er in geval van een kort geding gedagvaard moet worden. Gezien deze door gedaagde zelf gecreëerde onduidelijkheid lag het op haar weg om elke inschrijver die ten onrechte alleen haar dagvaardt erop te wijzen dat tevens de deelnemende gemeenten in het kort geding betrokken moeten worden en de betreffende inschrijver in overweging te geven daartoe alsnog over te gaan. Bij gebreke daarvan kan geen beroep gedaan worden op niet-ontvankelijkheid. Dat eiseres de mogelijkheid van tussenkomst in een ander kort geding over dezelfde aanbesteding onbenut heeft gelaten levert geen misbruik van procesrecht op.
Vorderingen worden afgewezen. Rechtsverwerking. Winnende inschrijving is niet irreëel. Geen strijd met algemene beginselen van behoorlijk bestuur / aanbestedingsbeginselen. Voorlopige gunningsbeslissing voldoet aan de motiveringsvereisten.

Ga naar uitspraak
Spreker(s)

mr. Babette Blaisse-Verkooyen

advocaat en partner Pot Jonker Advocaten