Centrale Raad van Beroep 10 januari 2024 Arrest van het Hof (Grote kamer) van 21 december 2023. Raad van State 29 november 2023 Raad van State 29 november 2023 Raad van State 15 november 2023 Bekijk alles
ECLI:NL:RBDHA:2019:2097 Rechtbank Den Haag 5 maart 2019

ECLI:NL:RBDHA:2019:2097

Datum: 05-03-2019

Onderwerp: Motivatie afwijzing visum kort verblijf

Rechtsgebiedenregister: Vreemdelingenrecht

Vindplaats: Extern

Prejudiciële vragen, visum kort verblijf Prejudiciële vragen aan het Hof van Justitie van de Europese Unie in twee zaken. Verweerder heeft een visum voor kort verblijf geweigerd omdat de betrokken vreemdeling door één of meer lidstaten wordt beschouwd als een bedreiging van de openbare orde, de binnenlandse veiligheid of de volksgezondheid. Nu verweerder - of de betrokken lidstaat- geen toelichting geeft ten aanzien van de gestelde bedreiging en evenmin toelichting geeft of, en op welke wijze, de vreemdeling daartegen een rechtsmiddel kan aanwenden, vraagt de rechtbank aan het Hof of met de beroepsprocedure uit de Visumcode wel sprake is van voldoende rechtsbescherming en behoorlijk bestuur. Als deze vragen ontkennend worden beantwoord, vraagt de rechtbank of dit anders zou zijn indien een aantal voorgestelde situaties zich voordoen.

Ga naar uitspraak