Hoge Raad 16 februari 2024 Rechtbank Gelderland 7 februari 2024 Hoge Raad 2 februari 2024 Rechtbank Oost-Brabant 18 januari 2024 Gerechtshof 's-Hertogenbosch 28 december 2023 Bekijk alles
ECLI:NL:RBLIM:2020:10620 Rechtbank Limburg 18 december 2020

ECLI:NL:RBLIM:2020:10620

Datum: 18-12-2020

Onderwerp: Belanghebbende

Overige onderwerpen: Belanghebbende

Rechtsgebiedenregister: Personen- en familierecht, Jeugdrecht civiel

Vindplaats: Avdr.nl

Ongeboren kind. Ondertoezichtstelling. De rechtbank merkt vader als belanghebbende aan. Nu de vader de ongeboren vrucht reeds heeft erkend, acht de rechtbank het ook aannemelijk dat de ouders er kort na de geboorte voor zullen gaan zorgen dat de vader naast de moeder ook het gezag zal gaan krijgen. Eerder kunnen ouders dat niet regelen. Met dat vooruitzicht heeft de vader in feite thans dezelfde positie als de moeder: Een en ander betekent dat het verzoek ondertoezichtstelling niet alleen op de rechten en plichten van de moeder maar ook die van de vader rechtstreeks betrekking heeft, in de zin van artikel 798 lid 1 van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering. Derhalve is naast de moeder ook de vader belanghebbende in deze procedure en heeft hij recht om als zodanig te worden gehoord, de processtukken te ontvangen en kan hij tegen een beslissing van de kinderrechter, net als de moeder, in hoger beroep gaan bij een hogere rechter als hij het met die beslissing niet eens is.

Ga naar uitspraak
Spreker(s)

mr. Ellen van Kalveen

senior rechter Rechtbank Midden-Nederland voorzitter expertgroep jeugdrechters

mr. Leo Hendriks

advocaat Hoven en Selbach Advocaten