Hoge Raad 15 maart 2024 Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden 4 maart 2024 Gerechtshof Den Haag 27 februari 2024 Rechtbank Limburg 14 februari 2024 Rechtbank Oost-Brabant 6 februari 2024 Bekijk alles
ECLI:NL:RBLIM:2018:6201 Rechtbank Limburg 29 juni 2018

ECLI:NL:RBLIM:2018:6201

Datum: 29-06-2018

Onderwerp: A en B-grond/opzegverbod

Rechtsgebiedenregister: Sociaal-zekerheidsrecht, Ambtenarenrecht, Arbeidsrecht

Wetsartikelen: Art. 7:671b lid 1 BW

Vindplaats: Extern

Werknemer heeft zich, nadat het UWV om toestemming is verzocht de arbeidsovereenkomst wegens bedrijfseconomische omstandigheden op te zetten, ziek gemeld. Het UWV heeft de aanvraag afgewezen. Werkgever verzoekt thans ontbinding van de arbeidsovereenkomst op grond van artikel 7:671b lid 1, onderdeel 1 sub b, in verbinding met artikel 7:669 lid 3, onderdeel a BW. De kantonrechter ziet zich thans voor de vraag geplaatst of het opzegverbod van artikel 7:670 herleeft nadat het UWV de aanvraag van werkgever heeft afgewezen. De kantonrechter beantwoordt de vraag bevestigend. Er bestaat een onlosmakelijk verband tussen het verzoek tot ontbinding op de zogenoemde a-grond en de gevoerde UWV-procedure. Dit verband noopt echter geenszins tot het zoeken van aansluiting bij de vraag of die ziekte is aangevangen voordat het UWV om toestemming is gevraagd of niet. De tekst van de Wet Werk en Zekerheid (hierna: Wwz) noemt hierbij nadrukkelijk het ontbindingsverzoek, niet het UWV-verzoek, als peildatum voor het opzegverbod. De kantonrechter stelt daarbij vast dat in de parlementaire geschiedenis van de Wwz niet expliciet is voorzien in de situatie waarbij de ziekmelding van de werknemer dateert van ná het verzoek om toestemming van het UWV maar voor het verzoek tot ontbinding van de arbeidsovereenkomst bij de kantonrechter. Dit is op zichzelf echter geen argument om aan te nemen dat in afwijking van de wettekst in een geval als het onderhavige – waarbij na een UWV-procedure toestemming is onthouden – de aanvang van die UWV-procedure de relevante peildatum zou zijn.

Ga naar uitspraak