Hoge Raad 15 maart 2024 Rechtbank Gelderland 1 maart 2024 Rechtbank Limburg 22 februari 2024 Rechtbank Oost-Brabant 22 februari 2024 Rechtbank Midden-Nederland 21 februari 2024 Bekijk alles
ECLI:NL:RBMNE:2021:5501 Rechtbank Midden-Nederland 10 november 2021

ECLI:NL:RBMNE:2021:5501

Datum: 10-11-2021

Onderwerp: Corona

Rechtsgebiedenregister: Huurrecht

Vindplaats: Extern

Onderhavige zaak is een uitvloeisel van een verzoek tot huurprijsvaststelling van bedrijfsruimte ex artikel 7:303/304 BW. Nadat door een door de kantonrechter benoemde deskundige is gerapporteerd over de huurprijs heeft huurder verhuurder gedagvaard tot definitieve vaststelling van de huurprijs conform het rapport van de deskundige. Bij verstekvonnis is de huurprijs conform dat rapport vastgesteld. Verhuurder komt van het verstekvonnis in verzet. Partijen wijzigen en vermeerderen over en weer hun vorderingen. Het geschil ziet onder meer op twee voorvragen, namelijk of tijdig in verzet is gekomen door de verhuurder en of sprake is van een nietige inleidende dagvaarding. De kantonrechter oordeelt dat verhuurder tijdig in verzet is gekomen en oordeelt dat in beginsel sprake is van een nietige inleidende dagvaarding, maar verbindt daar geen consequenties aan omdat verhuurder niet in zijn belang is geschaad.De overige geschillen zien op de volgende onderwerpen:Huurprijsstelling op grond van artikel 7:303/304 BWDe niet tijdige verstrekking van een bankgarantie en de daaruit voorvloeiend boetesDe verlaging van de bankgarantieDe onrechtmatige onderhuur van een deel van het gehuurdeHuurprijsvermindering op grond van gebrekenHuurprijsvermindering op grond van corona

Ga naar uitspraak