Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden 19 maart 2024 Hoge Raad 8 maart 2024 Rechtbank Midden-Nederland 6 maart 2024 Hoge Raad 16 februari 2024 Rechtbank Zeeland-West-Brabant 16 februari 2024 Bekijk alles
ECLI:NL:RBNHO:2020:5522 Rechtbank Noord-Holland 22 juli 2020

ECLI:NL:RBNHO:2020:5522

Datum: 22-07-2020

Onderwerp: Pensioen

Rechtsgebiedenregister: Personen- en familierecht

Vindplaats: Extern

MK Echtscheiding met nevenvoorzieningen, onder andere de vaststelling van de wijze van verdeling. Geschilpunt onder andere: wijze waarop certificaten van aandelen moeten worden gewaardeerd en verdeeld, alsmede op vennootschapsrechtelijke aspecten zoals een aanbiedingsplicht aan andere certificaathouders. Sprake is van familievermogen – (grotendeels) bestaande uit vastgoedbeleggingen – in de vorm van een tweetal BV’s, waarvan de aandelen zijn gecertificeerd. Partijen – de ouders – hebben de meerderheid van de (certificaten van) aandelen en de beide dochters hebben de minderheid. De zeggenschap berust bij het bestuur en daarmee bij dochter [naam dochter]. Partijen hebben bij de keuze voor deze wijze van omgaan met hun vermogen ervoor gekozen hun vermogen als het ware ‘op afstand’ te plaatsen. Dat neemt echter niet weg dat de verhouding tussen partijen als deelgenoten in een ontbonden huwelijksgoederen-gemeenschap, anders dan bij gewoon aandeelhouderschap, mede wordt bepaald door de regels van redelijkheid en billijkheid. De rechtbank zal als wijze van verdelen bepalen dat de certificaten 50/50 verdeeld worden. Na verdeling zal ieder van partijen zelfstandig kunnen kiezen de (certificaten van) aandelen te vervreemden, met inachtneming van hetgeen daarover in de statuten is bepaald. Om de start van deze wijze van verdelen zonder verdere strijd te doen aanvangen zal de rechtbank een termijn bepalen, waarbinnen partijen hun certificaten van aandelen BV 1 en BV 2 moeten aanbieden aan de beide andere aandeelhouders.

Ga naar uitspraak